NN Cursus 7 Spelling Laatste letter -d of -t

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Cursus 7 - Spelling
Laatste letter -d of -t

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je leert woorden spellen, die eindigen op een -d of een -t
Je leert de 'verlengproef'gebruiken
Je oefent met het gebruiken van de verlengproef
We geven elkaar de ruimte om te leren in deze les
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Maak een zin en gebruik hierbij wat we over hoofdletters en leestekens behandeld hebben.

Slide 7 - Open vraag

Waarom gebruik je
hoofdletters en leestekens?

Slide 8 - Woordweb

Soms hóór je een T
Maar schrijf je een t óf een d
Olifant
Paard
Boot
Baard

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk zelf een woord dat eindigt op een t-klank

Slide 10 - Open vraag

Verlengproef
Met de verlengproef weet je welke letter je moet gebruiken.
  1.  Controleer eerst of het woord een persoonsvorm is
  2. Geen persoonsvorm?
  3. Maak het woord langer door er -e, -en of -eren achter te zetten
  4. Hoor je een t? Schrijf dan een t
  5. Hoor je een d? Schrijf dan een d


Slide 11 - Tekstslide

Zo gebruik je de verlengproef
Boot of bood?
Bo(o)ten 

Laat of laad?
La(a)te


Slide 12 - Tekstslide

Zo gebruik je de verlengproef
Tant of tand?
tanden 

Root of rood?
Ro(o)de


Slide 13 - Tekstslide

Bedenk zelf een woord dat eindigt op een d en klinkt als een t.

Slide 14 - Open vraag

SPELLINGSBINGO
Schrijf negen van de woorden op het bord foutloos op.
Wel nog even de regels van 'laatste letter -d of -t toepassen...

Wordt één van jouw woorden genoemd? Afstrepen!

Heb jij het genoemde woord niet geschreven? Schrijf hem op.

Spellingsfout? Foute bingo!

Slide 15 - Tekstslide

kandidaa..
nonchalan..
ontzetten..
knapper..
deodoran..
constan..
avon..
experimen..
buitenlan..
hoof..
dikker..
benauw..
verlief..
asfal..
leuker..
gemeng..
diee..
aanbo..

Slide 16 - Tekstslide

CHAOSPROPPENSPEL
  • Scheur een A4-vel in vier stukken en schrijf op één stuk één woord van de lijst op het bord.
    • Maak er vier proppen van, laat deze nog even op je tafel liggen.
  • Gooi op teken van de docent één minuut lang de proppen door de klas heen.
  • Na deze minuut ga je terug naar je plek en wacht je op het startsein van de docent.
  • Na het startsein loop je door de klas en pak je een prop:
  1. Schrijf het woord op de prop in je schrift.
  2. Prop er weer een prop van.
  3. Gooi 'm terug de klas in (misschien op je mattie?).
  4. Herhalen!
  • Heb je het woord al? Pech! Toch nog een keer opschrijven.
  • Wie vindt de meeste unieke woorden?

Slide 17 - Tekstslide

stommer..
meervou..
arties..
atten..
vanavon..
gemiddel..
dirigen..
mooier..
bijeenkomst..
wree..
agen..
stommer..
couple..
experimen..
herfs..
gemiddel..
snoeper..
imposan..

Slide 18 - Tekstslide

                                         Tot morgen!

Slide 19 - Tekstslide