In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slimme tips van oma
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Doel van de bron
De leerling kan aan de hand van een bron opnoemen hoe je zuinig kunt leven en daarmee minder geld uitgeeft, minder energie verbruikt en minder spullen weggooit.
Slide 3 - Tekstslide
Wat betekent het woord milieuvervuiling?
A
Dat je goed omgaat met het milieu
B
Vervuiling van grond, water en lucht
C
Dat je niet weggooit en alles hergebruikt
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent het woord energie?
A
Kracht waardoor een apparaat of machine werkt
B
Wanneer je ergens geen zin in hebt
C
Apparaten die op stroom werken
Slide 5 - Quizvraag
Maak een zin met het woord versleten
Slide 6 - Open vraag
Samen lezen!
Slide 7 - Tekstslide
Waar haalt oma haar nieuwe kleren?
A
In de kledingwinkel
B
Ze ruilt kleren met vriendinnen
C
In de kringloopwinkel
Slide 8 - Quizvraag
Waarom moest oma zuinig doen toen ze klein was?
A
Dit vond ze leuk
B
Er was veel geld thuis
C
Er was thuis weinig geld
Slide 9 - Quizvraag
Hoe komt oma aan al die bolletjes wol?
Slide 10 - Open vraag
Waarom kenden mensen vroeger het woord milieuvriendelijk niet?
Slide 11 - Open vraag
Zoek de woorden in de tekst en markeer
crisis milieuvriendelijk
bruikbaar tweedehands
energie granny squars
milieuvervuiling versleten
tweedehands gebreid
Slide 12 - Tekstslide
Betekenis woorden
Slide 13 - Woordweb
Welke slimme tips heeft oma voor je? Noem er zoveel mogelijk.
Slide 14 - Open vraag
Is zuinig zijn alleen maar vervelend of kan het ook 'een sport' zijn, zoals oma vindt? Wat is jouw mening?
Slide 15 - Open vraag
Heb jij een besparingstip die oma nog niet kent?
Slide 16 - Open vraag
Verwerkingsopdracht
Je gaat in groepjes van 3 of 4 leerlingen een persbericht schrijven over oma's tips.
Je gebruikt hiervoor stapper 601
Wanneer je klaar bent, lever je het bericht in bij de leerkracht.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wat ontdekt Lizzy over zuinig leven
A
Je wordt veel gelukkiger wanneer je niet op je geld hoeft te letten
B
Lizzy's oma doet dit al haar hele leven en ze wordt er ook nog blij van
C
Het gaat er niet om of je lekker leeft, je moet gewoon zuinig doen voor het milieu
Slide 19 - Quizvraag
Wat doet Lizzy's oma wanneer ze rijst heeft die lang moet koken?
A
In een pan laat ze de rijst heel langzaam gaar worden, op een zacht vuurtje, terwijl ze er steeds een beetje water bij doet
B
Ze doet de rijst met warm water in de pan, wikkelt er dekens om en wacht net zo lang tot het gaar is
C
Ze kookt de rijst 10 minuten in een pan, die ze daarna goed ingepakt tussen de kussens van de bank zet. Zo wordt de rijst vanzelf gaar.
Slide 20 - Quizvraag
Wat doet Lizzy's oma met restjes eten?
A
Ze gebruikt de restjes om er iets anders lekkers van te maken
B
Ze brengt al haar etensresten naar de kinderboerderij, voor de varkentjes
C
Ze gooit haar etensresten gewoon in de vuilnisbak.
Slide 21 - Quizvraag
Is zuinig doen goed voor je portemonnee of goed voor het milieu?
A
Zuinig doen is slim, omdat je dan altijd wat geld achter de hand hebt voor de dingen die je echt wilt hebben. Het is dus vooral goed voor je portemonnee
B
Zuinig doen is vooral goed omdat je dan minder snel dingen weggooit en omdat je minder energie gebruikt. Het is dus vooral goed voor het milieu
C
De meeste bespaartips zijn goed voor je portemonnee én goed voor het milieu. Want als je zuinig leeft, geef je minder geld uit, je gebruikt minder energie en je gooit minder spullen weg.