Les 4.3

 Today
At the end of this class, you ...
  • Know the pronunciation of vocabulary C
  • Know when to use the past simple and the present perfect
  • Can recognise the signal words belongs to the past simple or present perfect
  • Can translate the words from vocabulary B
  • Pronunciation vocabulary C
  • Explain grammar: 
       -  Past simple vs. present perfect
  • Quizizz about grammar
  • Work on homework exercises
  • Quizlet about vocabulary B?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Today
At the end of this class, you ...
  • Know the pronunciation of vocabulary C
  • Know when to use the past simple and the present perfect
  • Can recognise the signal words belongs to the past simple or present perfect
  • Can translate the words from vocabulary B
  • Pronunciation vocabulary C
  • Explain grammar: 
       -  Past simple vs. present perfect
  • Quizizz about grammar
  • Work on homework exercises
  • Quizlet about vocabulary B?

Slide 1 - Tekstslide

Vocabulary
Textbook page 63-64

    Pronunciation vocabulary C
    Repeat the words
    • Together

    Slide 2 - Tekstslide

    Please take your notebook in front of you!

    Slide 3 - Tekstslide

    Past simple 
    Vorm:

    1. Werkwoord + -ed
    2. Onregelmatig werkwoord (2e uit het rijtje)

    Gebruik:
    Iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen
    Charles Dickens died in 1870.

    Slide 4 - Tekstslide

    Past simple 
    Signaalwoorden:

    yesterday
    in .... (jaartal)
    the other day/week
    this morning
    on .... (dag)
    ago
    last
    earlier

    Slide 5 - Tekstslide

    Present perfect
    Vorm:

    Has / have + voltooid deelwoord 
    (werkwoord + ed / onregelmatig werkwoord 3e rijtje)
    Gebruik:
    1. Iets is in het verleden begonnen en nu nog aan de gang

    I have lived in Leeuwarden since 1998.

    Slide 6 - Tekstslide

    Present perfect
    Gebruik:
    2. Iets is in het verleden gebeurt en je merkt nu het resultaat

    Jack feels sick. He has eaten too many sweets.

    3. Praten over ervaringen (in iemands leven tot nu toe)

    I have never been to Paris in my life.

    Slide 7 - Tekstslide

    Present perfect
    Signaalwoorden:

    since
    yet
    so far
    just
    already
    for
    (n)ever
    lately

    Slide 8 - Tekstslide

    Past simple vs present perfect

    Slide 9 - Tekstslide

    Past simple vs present perfect
    Niet zeker welke tijd je moet gebruiken? Stel de volgende vragen:
    1.  Is het op dit moment nog aan de gang?
    Ja: Present perfect.   Nee: ga naar vraag 2.
    2.  Gaat het over ervaringen tot nu toe?
    Ja: Present perfect.   Nee: ga naar vraag 3.
    3.  Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
    Ja: Present perfect.   Nee: past simple

    Slide 10 - Tekstslide

               Quizizz
    Past simple or present perfect?

    Slide 11 - Tekstslide

    Work on homework
    Your choice:

    • Study vocabulary / stones (Quizlet/Memrise)
    • Extra grammar practice: Stepping Stones

    • Extra reading practice online 
    • Work on a different subject
    • Read a book


      Do: Exercise 11 & 12 (WB page 89-90)

      Slide 12 - Tekstslide

                 Quizlet
      Vocabulary B


      Slide 13 - Tekstslide