week 11 imperfecto - indefinido

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • evaluación prueba
  • planificador
  • imperfecto <--> indefinido
Martes 11 de marzo
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • evaluación prueba
  • planificador
  • imperfecto <--> indefinido
Martes 11 de marzo

Slide 1 - Tekstslide

Toets bespreken
Toetsweek 2

Slide 2 - Tekstslide

planificador
Periode 3

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel: imperfecto <--> indefinido

Slide 4 - Tekstslide

Caperucita Roja
¿Quién es?
Leerdoel: imperfecto <--> indefinido

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel: imperfecto <--> indefinido

Slide 6 - Tekstslide

Imperfecto
Wanneer gebruik je de pretérito imperfecto?


Welke signaalwoorden horen bij de pretérito imperfecto?
  • Gewoonte of een herhalinguit het verleden.
  • Het begin of het einde is niet van belang.
  • Beschrijving.
siempre, todos los días, antes ,mientras, de pequeño, habitualmente, muchas veces........

Slide 7 - Tekstslide

Indefinido
Wanneer gebruik je de pretérito indefinido?


Welke signaalwoorden horen bij de indefinido?
  • Gebeurtenissen/handelingen waarbij begin en/of einde bekend is. 
  • De periode waarin de gebeurtenis zich afspeelde is voor de spreker afgesloten. 
anoche, el año pasado, en 2001, hace 2 meses, de repente, en agosto, en verano.......

Slide 8 - Tekstslide

Indefinido <--> Imperfecto
In verhalen:
  • De achtergrond, het decor       Imperfecto.
  • Beschrijving van hoe iets eruit zag:        Imperfecto
Dat wat je met de imperfecto beschrijft zou je eventueel weg kunnen laten maar het verhaal wordt niet onbegrijpelijk. 
  • De acties/gebeurtenissen:        Indefinido

Je kunt jezelf de vraag stellen:
Hoe was de situatie? --> imperfecto
Wat gebeurde er? --> indefinido

Slide 9 - Tekstslide

A practicar
Hacemos juntos el ejercicio A
Leerdoel: imperfecto <--> indefinido

Slide 10 - Tekstslide

uitwerking
1. iba, pensaba, llegó, preguntó
2. estaba, mandé, tenía
3. estaba, tenía, estaba, tocó, dijo, abrí, comió
4. era, tenía, visitaba, mató
D. 1. caperucita, 2. la madre, 3. la abuela, 4. el hermano del lobo

Slide 11 - Tekstslide

Una canción

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video