huiswerk maken - Hausaufgaben machen
de woorden leren - die Vokabeln lernen
een zin vertalen - einen Satz übersetzen
iets uit het hoofd leren - etwas auswendig lernen
een fout maken - einen Fehler machen
bijles krijgen - Nachhilfe bekommen
de oefening uitleggen - die Übung erklären