Tekstverbanden en signaalwoorden Les 1 M2b/M3a

Nieuw Nederlands 2 HAVO/VWO
Hoofdstuk 3, lezen (blz. 91/92/93)
PPT op grijze stick
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieuw Nederlands 2 HAVO/VWO
Hoofdstuk 3, lezen (blz. 91/92/93)
PPT op grijze stick

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
Na de les:
 
- kun je signaalwoorden in een tekst herkennen
- kun je opsommende, toelichtende, chronologische en
   tegenstellende verbanden in een tekst herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Tussen alinea 1 en 2 bestaat een chronologisch verband.
Aan welke signaalwoorden zie je dat?

Slide 3 - Open vraag

Welk signaalwoord voor een tegenstelling staat er in alinea 2?

Slide 4 - Open vraag

Om welke tegenstelling gaat het hier?

Slide 5 - Open vraag

Kevin heeft nog geen ambities om een echte grote dj te worden met optredens in Amerika. (al.3) Welke twee redenen heeft hij daarvoor?

Slide 6 - Open vraag

Aan welk signaalwoord herken je de tweede reden?

Slide 7 - Open vraag

Welk signaalwoord voor een tegenstelling zie je in alinea 4?

Slide 8 - Open vraag

Om welke tegenstelling gaat het hier?

Slide 9 - Open vraag

In alinea 4 staat een toelichtend verband.
Aan welk signaalwoord zie je dat?

Slide 10 - Open vraag

Citeer de zin die in alinea 4 wordt toegelicht.

Slide 11 - Open vraag

Welke (3) signaalwoorden voor een opsomming staan er in alinea 5?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het verband tussen de eerste tip van Kevin en de drie zinnen erna?

Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag