Start 10.1 je verandert les 4

• Binask
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Welkom bij BINASK

Ga zitten volgens de plattegrond!

Wat doen we komende tijd?

- Nectar leerwerkboek B meenemen!

- Paragraaf 10.1, 10.2 en 10.3 --> toets

H10 je verandert

Gedragsverwachtingen bij dit hoofdstuk:

                  

             Respect en Veiligheid`

H10 je verandert

- Niet wijzen

- Niet over elkaar praten

- Niet uitlachen

- Biologische begrippen 

gebruiken                      

Check in vragen

Hoeveel levensfasen heeft een mensenleven?

Welke twee soorten ontwikkelingen zijn er?

Check in vragen

Hoe heet het stofje waardoor lichamelijke veranderingen ontstaan?

Waar wordt dit stofje gemaakt?

Check in vragen

Hoe komen de hormonen op de plek waar ze nodig zijn?

Wat is celdeling en celgroei?

Wat zit waar?

H 10 je verandert

H 10 je verandert

Mensenleven heeft 8

levensfasen:

baby, peuter, kleuter,

kind, puber, jongvolwassene,

volwassene en oudere

H 10 je verandert

In elke levensfase verander je. Dit heet:

ontwikkeling --> lichamelijke ontwikkeling en geestelijke ontwikkeling.

Wat voor ontwikkelingen zagen we in het filmpje?

H 10 je verandert

Lichamelijke ontwikkeling:

langer en zwaarder worden bijvoorbeeld

Geestelijke ontwikkeling:

Gebeurt in je hersenen, bijvoorbeeld

 leren praten

Waardoor verander je?

Veranderingen ontstaan door 

hormonen. Dit zijn regelstoffen die 

berichten doorgeven aan organen.

Waardoor verander je?

Hormonen worden gemaakt door 

hormoonklieren een belangrijke is de

hypofyse

Die maakt bijvoorbeeld groeihormonen 

en waardoor je in puberteit komt

Waardoor verander je?

Gaat via het bloed naar organen

Bijvoorbeeld naar botten

Hoe groei je? 

Hoe heten de kleinste bouwstenen in je lichaam ook al weer?

Hoe groei je? 

celdeling en celgroei:

Hoe groei je? 

Hoe groei je? 

In de puberteit extra veel groeihormonen --> groeispurt 

Aan de slag!

Wat: maken blz. 17 en 18!

Hoe: Zelfstandig/fluisteren

Hulp: Buurman of buurvrouw of docent

Tijd: 20 minuten

Klaar: Lezen paragraaf 10.2