Anatomie van het hart en het circulatiestelsel

Verpleegtechnische handelingen 2
Anatomie van hart en het circulatiestelsel 




Carla van Duin

Anatomie van hart en het circulatiestelsel 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Verpleegtechnische handelingen 2
Anatomie van hart en het circulatiestelsel 




Carla van Duin

Anatomie van hart en het circulatiestelsel 

Slide 1 - Tekstslide

Casus
Carla van Duin, geboren op 04-07-1975, heeft Syndroom van Down, woont sinds 10 jaar in de Reigershof te Ede. Carla is op een jonge leeftijd gediagnosticeerd met een ventrikel-septum defect (VSD), iets wat vaker voorkomt bij mensen met het syndroom van Down. Haar VSD kan niet worden geopereerd, daarvoor is het te groot.

Carla lijkt de laatste maanden steeds kortademiger te zijn geworden. Ook is haar slaapbehoefte toegenomen. Bij een routine controle door de instellingsarts is bij Carla hypertensie geconstateerd. Hiervoor is ze gestart met een bètablokker, Metoprolol 50 mg één keer per dag. Haar bloeddruk daalt langzaam iets.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student weet globaal de bouw en functie van het hart
  • De student beschrijft het verschil tussen aders, slagaders en haarvaten.
  • De student benoemt een aantal belangrijke aders en slagaders
  • De student benoemt het verschil tussen de kleine en grote bloedsomloop. 

Slide 3 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Wat weten jullie over het hart? 
  • Anatomie van het hart
  • Bloedsomloop
  • Quizzzzz

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Ligging van het hart 
  • Grote holle spier
  • Bevindt zich in de borstkas (thorax)
  • Hartpunt= Apex

Slide 6 - Tekstslide

De hartwand 
  • De binnenbekleding van het hart (endocard):
  • Het hartspierweefsel (myocard)
  • Het hartzakje (pericard)

Slide 7 - Tekstslide

Boezems en kamers 

Slide 8 - Tekstslide

De dubbele bloedsomloop
De boezems en kamers ontvangen en pompen het bloed in twee bloedsomlopen, de dubbele bloedsomloop:
  1. De grote bloedsomloop (lichaamscirculatie)
  2. De kleine bloedsomloop (longcirculatie)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Hartkleppen
Het hart heeft 4 kleppen:
  • Aortaklep: tussen linkerkamer en grote lichaamsslagader (aorta)
  • Mitralisklep: tussen linkerboezem en linkerkamer
  • Pulmonalisklep: tussen rechterkamer en longslagader
  • Tricuspidalisklep: tussen rechterboezem en rechterkamer

Slide 12 - Tekstslide

Bloedvaten
Een volwassene met een gemiddelde lichaamsbouw heeft ongeveer 5 liter bloed. Ons lichaam heeft een uitgebreid vaatstelsel om dit bloed te vervoeren. 

Er zijn 3 soorten bloedvaten: 
  • slagaders (arteriën)
  • aders (venen)
  • haarvaten

Slide 13 - Tekstslide

Bovenste holle ader
  • Vena cava superior 
  • vervoert zuurstofarm bloed vanuit het lichaam naar het hart
  • Rechter boezem 

Slide 14 - Tekstslide

Onderste holle ader
  • Vena cava inferior
  • Onderste gedeelte van je lichaam.
  • Rechter boezem  

Slide 15 - Tekstslide

Lichaamsslagader
  • Aorta
  • Grootste bloedvat
  • Vervoert zuurstofrijk bloed

Slide 16 - Tekstslide

Longslagaders 
  • Truncus pulmonalis en de arteriae pulmonalis
  • Vervoeren zuurstofarme bloed
  • Longslagaderstam 

Slide 17 - Tekstslide

Longader 
  • Vervoeren zuurstofrijke bloed
  • Linker boezem 

Slide 18 - Tekstslide

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 19 - Quizvraag

Wat is nummer 1?
A
Rechter boezem
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Linker kamer

Slide 20 - Quizvraag

Wat is nummer 2?
A
Rechter boezem
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Linker kamer

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de latijnse naam voor het hartzakje?
A
Pericard
B
Myocard

Slide 22 - Quizvraag

Het hart is een zeer sterke pomp, hij pompt.....liter bloed rond per minuut.
A
3 tot 4 liter
B
4 tot 5 liter
C
5 tot 6 liter
D
6 tot 7 liter

Slide 23 - Quizvraag

Hoe vaak wordt het bloed door het hart gepompt?
A
1 x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 24 - Quizvraag

De wanden van haarvaten zijn zo dun dat het bloed gemakkelijk opgenomen kan worden door een orgaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet de slagader die uit de linkerkamer komt?
A
Longader
B
Longslagader
C
Aorta
D
Onderste holle ader

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet de scheiding tussen links en rechts?
A
Atria
B
Ventrikel
C
Septum
D
Kleppen

Slide 27 - Quizvraag

Dankzij halvemaanvormige kleppen, stroomt het bloed niet terug in de:
A
Boezems
B
Kamers

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van de kleine bloedsomloop?
A
Linker boezem- linker kamer- longslagader- longen- longader
B
Rechter boezem- rechter kamer- longslagader- longen- longader
C
Rechter boezem- rechter kamer- longader- longslagader
D
Linker boezem- linker kamer- longader- longen- longslagader

Slide 29 - Quizvraag

Lesdoelen
  • De student weet globaal de bouw en functie van het hart
  • De student beschrijft het verschil tussen aders, slagaders en haarvaten.
  • De student benoemt een aantal belangrijke aders en slagaders
  • De student benoemt het verschil tussen de kleine en grote bloedsomloop. 

Slide 30 - Tekstslide

Feedback voor de docent

Slide 31 - Tekstslide

De leraar legt de leerstof begrijpelijk uit

Slide 32 - Woordweb

De leraar maakt de verwachtingen
en leerdoelen duidelijk aan de leerlingen

Slide 33 - Woordweb

Tips

Slide 34 - Woordweb

Tops

Slide 35 - Woordweb