Engels Family and Friends
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
A
Slide 2 - Quizvraag
Het Engelse woord voor
VADER
VADER
A
Mother
B
Father
C
Grandfather
D
Cousin
Slide 3 - Quizvraag
Het Engelse woord voor
MOEDER
MOEDER
A
Modder
B
Ma Flodder
C
Mother
D
Motter
Slide 4 - Quizvraag
Als ik mijn vriendin wil voorstellen zeg ik:
THIS IS MY.........
THIS IS MY.........
A
Boyfriend
B
Friend
C
Girlfriend
D
Wife
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het Nederlandse woord voor
GRANDFATHER
GRANDFATHER
Slide 6 - Open vraag
Wat is eigenlijk een
COUSIN?
COUSIN?
A
Een vriend of vriendin
B
Een broertje of zusje
C
Een neef of nicht
D
Een opa of oma
Slide 7 - Quizvraag
Engels is leuk
Ja!
NEE!
Slide 8 - Poll
De broer van je vader is je.....
A
Aunt
B
Brother
C
Uncle
D
Sister
Slide 9 - Quizvraag
My grandfather is......than my father.
Wat komt er op de plek van de stipjes?
Wat komt er op de plek van de stipjes?
A
younger
B
older
Slide 10 - Quizvraag
Wat verloor Mr. Bean in het zwembad?
A
zijn horloge
B
zijn handdoek
C
zijn badslippers
D
zijn zwembroek
