1a
1 monarchie
2 aristocratie
3 democratie
1b
Rijk : Egyptische rijk Gebied: langs de Nijl en tot in Syrië
Rijk: van Alexander de Grote Gebied: van Griekenland tot de Indus
Rijk: Romeinse rijk Gebied: rond de Middellandse Zee
2 Het Frankische rijk
a Bijvoorbeeld: Karel had vijanden van de paus uit Rome weggejaagd.
b Bijvoorbeeld: Clovis, aanvoerder van Germaanse Franken, veroverde omstreeks 500 het vroegere Gallië (Frankrijk en België).
c Bijvoorbeeld: Hij wilde een groot gebied als goed vorst besturen. Er voor veiligheid zorgen.
d Bijvoorbeeld: Ze droegen lange mantels en mijters op hun hoofd.
e Bijvoorbeeld: Dat vond hij niet nodig. Dat was voor geestelijken