Montag, den 22. März

Montag, den 22. März
Planung:
- Kapitel 5 Wien
- Modalverben müssen, wissen und wollen
- Zusammen machen
- Hausaufgaben
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Montag, den 22. März
Planung:
- Kapitel 5 Wien
- Modalverben müssen, wissen und wollen
- Zusammen machen
- Hausaufgaben

Slide 1 - Tekstslide

Wien ist die Hauptstadt von ?
A
die Schweiz
B
Österreich
C
Italien
D
Deutschland

Slide 2 - Quizvraag

Wie viele Einwohner hat Wien?
A
1.897 Millionen
B
2.34 Millionen
C
1.23 Millionen

Slide 3 - Quizvraag

Wie viele Einwohner hat Österreich?
A
10.687 Millionen
B
8.859 Millionen
C
9.524 Millionen

Slide 4 - Quizvraag

Wie heißt dieses Gebäude?
A
Stephansdom
B
Schloss Belvedere
C
Praterpark
D
Schloss Schönbrunn

Slide 5 - Quizvraag

Modalverben
  • Herhaling: 
  • - dürfen (= mogen, toestemming hebben)
  • - können (= kunnen)
  • - mögen (= lusten, aardig vinden, houden van, lekker vinden)
  • ich + er/sie/es = darf, kann, mag
  • du = darfst, kannst, magst
  • wir + sie/Sie = dürfen, können, mögen
  • ihr = dürft, könnt, mögt

Slide 6 - Tekstslide

Modale werkwoorden
müssen = moeten
wissen = weten
wollen = willen
ich
muss
weiß
will
du
musst
weißt
willst
er/sie/es
muss
weiß
will
wir
müssen
wissen
wollen
ihr
müsst
wisst
wollt
sie/Sie
müssen
wissen
wollen

Slide 7 - Tekstslide

vertaling: ik moet

Slide 8 - Open vraag

vertaling: jij wilt

Slide 9 - Open vraag

vertaling: wij weten

Slide 10 - Open vraag

Zusammen machen
  • 5.1
  • Aufgaben 6, 7, 8, 9 (S. 53 + 54) 

Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgaben
- Lernen Lektion 1 + 2 (S. 84) + Grammatik A (S. 53)
- Machen Paragraf 5.1

Slide 12 - Tekstslide