H3 Taalverzorging, grammatica: lidwoord + zelfstandig 1D

Nederlands H3
Taalverzorging, grammatica:
Je leert over lidwoorden en zelfstandige naamwoorden. 

Bladzijde: 82 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands H3
Taalverzorging, grammatica:
Je leert over lidwoorden en zelfstandige naamwoorden. 

Bladzijde: 82 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken huiswerk, opdracht 3
1. De docent deed mee met de flashmob
Noem persoonsvorm + onderwerp

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken huiswerk, opdracht 3
2. Op het sportveld verzamelt de klas zich voor de sportdag. Noem persoonsvorm + onderwerp

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken huiswerk, opdracht 3
3. In de dierentuin bezoekt mijn tante altijd de leeuwen. Noem persoonsvorm + onderwerp

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken huiswerk, opdracht 3
4. Mijn drone landde precies op het balkon.
Noem persoonsvorm + onderwerp

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig naamwoord
Is een woord voor een mens, dier, plant, naam of ding. 
Bijvoorbeeld: boer, koe, bloem, Julia of telefoon. 

Vaak heeft het een enkelvoud en een meervoud: boeren, koeien, bloemen. 
Vaak kun je het verkleinen: boertje, koetje, bloempje, telefoontje. 

Je kunt er meestal een lidwoord voor zetten. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden
Er bestaan drie lidwoorden: de, het, een.
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord: de dokter, het vogeltje, een bord. 

Tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord kan één ander woord staan: de aardige dokter, het gele vogeltje, een kapot bord. 
Word ook wel een bijvoeglijk naamwoord genoemd (H5), dit woord zegt iets over het zelfstandige naamwoord. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op:
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord. 
Maar:
Een zelfstandig naamwoord heeft niet altijd een lidwoord.
Bijvoorbeeld bij namen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer alle lidwoorden.
Voor het feest van mijn nichtje haalden wij een leuk cadeau.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer alle lidwoorden.
Tijdens de les vond ik een briefje op de grond.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer alle lidwoorden.
Sanne gooide het klokhuis van haar appel in de bosjes.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer alle zelfstandige naamwoorden.
Sanne gooide het klokhuis van haar appel in de bosjes.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer alle zelfstandige naamwoorden.
Tijdens de les vond ik een briefje op de grond.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer alle zelfstandige naamwoorden.
De hond van de buren is weggerend.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maak de opdrachten van hoofdstuk 3, taalverzorging grammatica. 

De laatste 10 minuten van de les bespreken we een aantal vragen. 

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 3 is een goede opdracht hiervoor: gaat over lid- en zelfstandige naamwoorden.