Nieuwe zinnen maken en kwaliteitsbesef schrijfvaardigheid - B2 - Chapitre 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Nieuwe zinnen maken en kwaliteitsbesef schrijfvaardigheid - B2 - Chapitre 2

Kwaliteitsbesef

Je Franse vriendin heeft je een e-mail gestuurd, waarin zij naar jouw vrienden vraagt. Beschrijf een vriend in vijf hele zinnen in het Frans. Boven elke zin staat waar die zin over moet gaan. Maak overal een hele zin van! Vertaal niet alleen het woord! 

Zorg dat je sowieso 2x een bijvoeglijk naamwoord gebruikt en 2x een werkwoord op -er, let erop dat je ze in de juiste vorm zet! 

Tip: denk vooral aan de zinnen van C en G die je hebt geleerd. Schrijf zoveel mogelijk op! 

Denk aan de opdracht hiervoor, wat is volgens jou het beste antwoord?
(Naam)

1. Zij Lisa
2. Lisa
3. Mijn vriendin heet Lisa
4. Zij is Lisa

Denk aan de opdracht hiervoor, wat is volgens jou het beste antwoord?
(Naam)

1. Gabriel
2. Mon ami s'appelle Gabriel
3. Il est Gabriel
4. Il Gabriel

Denk aan de opdracht hiervoor, wat is volgens jou het beste antwoord?
(Karakter)

1. Il est cool
2. Gabriel cool
3. Il est
4. Il a cool

Denk aan de opdracht hiervoor, wat is volgens jou het beste antwoord?
(Slaapkamer)

1. La chambre petit
2. Ma chambre est petit
3. Ma chambre est petite
4. La chambre habite petite

Denk aan de opdracht hiervoor, wat is volgens jou het beste antwoord?
(Huisdier)

1. je avoir vieux chat, il chercher oiseau
2. je chat, chercher oiseau
3. j'ai un vieille chat, chercher un oiseau
4. j'ai un vieux chat, il cherche un oiseau

Vertaal de zin en let op de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord en het werkwoord op -er. Kleine letters gebruiken s.v.p.

ik heb een grote zus

Vertaal de zin en let op de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord en het werkwoord op -er. Kleine letters gebruiken s.v.p.

mijn kleine broer gamet

Vertaal de zin en let op de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord en het werkwoord op -er. Kleine letters gebruiken s.v.p.

de keuken is nieuw

Vertaal de zin en let op de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord en het werkwoord op -er. Kleine letters gebruiken s.v.p.

mijn vader is vervelend

Vertaal de zin en let op de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord en het werkwoord op -er. Kleine letters gebruiken s.v.p.

mijn tweelingzus heet lara

Vertaal de zin en let op de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord en het werkwoord op -er. Kleine letters gebruiken s.v.p.

hij heeft een schattige kip, zij is wit

Vertaal de zin en let op de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord en het werkwoord op -er. Kleine letters gebruiken s.v.p.

zij lacht met haar vrienden