Woche 47 V2

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deutsch - Periode 2





Mit Heidi 

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir diese Woche?
- Uitleg periode 2
- Begin met Lektion 2

Slide 3 - Tekstslide

Woher kommt                    Lukas?
Hört gut zu!


Slide 4 - Tekstslide

Was machen wir diese Woche?
- Uitleg periode 2
- Begin met Lektion 2

Slide 5 - Tekstslide

Lernziele
Diese Woche ...
... lernst du Lukas kennen und weißt du, was er gerne mag.
... kannst du über Freizeitaktivitäten sprechen.
... kannst du auch erzählen was du machen willst und machen musst.
... kannst du andere Personen vorstellen.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg periode 2
Praktische Aufgabe Periode 2: (telt 2 x mee)
Landeskunde und Lesefertigkeit: Advent, 6. Dezember, Weihnachtsplätzchen backen, Gedichte aufsagen (Woche 51).

Endprüfung Periode 2: (telt 3 x mee)
Lektion 2 und 3

Slide 7 - Tekstslide

Woher kommt                    Lukas?
München?
Nürnberg?
Neustadt?

Ik ga een naam noemen! Weet jij het antwoord?

Slide 8 - Tekstslide

Wir lesen den Text
Textbuch auf Seite 30 (pagina 30)
Ik lees voor en jij leest mee. 
Schrijf de woorden op die je nog niet zo goed weet en doe belangrijk zijn om te kunne begrijpen wat daar staat.

Slide 9 - Tekstslide

Nürnberg

Slide 10 - Woordweb


Da ist eine Pizza, da ist ...

Slide 11 - Tekstslide

Was mag Lukas?

Slide 12 - Woordweb

Fragen
Woher kommt Lukas? Er kommt aus ...
Was gibt es in der Stadt?
Was mag Lukas?

Slide 13 - Tekstslide

Domeinlessen 


- Je logt gewoon in.
- Je werkt in groepjes in teams.
Aufgaben der Woche
Im Arbeitsbuch (AB): 
- Einstieg Aufgabe 1 und 2 (S. 34)
- A. Lukas erzählt: Aufgabe 1, 2 und 3 (S. 35)
- B. Tipps gegen Langeweile: Aufgabe 1 - 7 (S. 36/37)
- C. Ein tolles Programm: Aufgabe 1 - 8 (S. 38 - 40)

Slide 14 - Tekstslide

Das folgende lernst du diese Woche
Wortschatz Lektion 2: der Tipp ... der Manga
1. Übersetze (vertaal) die Wörter ins Niederländisch. Es ist nicht schlimm (erg), wenn du nicht alle weißt (weet).
2. Besprich deine Übersetzungen mit deiner Tischgruppe.
3. Vergleiche deine Wörterliste mit der Übersetzung (siehe unter "Quellen").
4. Schreibe die Wortschatzliste in dein Arbeitsbuch.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat soort filmpje is dat?
A
Interview met een beroemde persoon
B
Fragment uit documentaire oorlog
C
TV spot
D
een filmpje over mijn vader

Slide 17 - Quizvraag

Wat zegt die TV spot over Duitsland?

Slide 18 - Open vraag

C. Ein tolles Programm

Slide 19 - Tekstslide

Name - Alter - Wohnort - Aktivitäten

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Name - Alter - Wohnort - Aktivitäten

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Tekstslide

Name - Alter - Wohnort - Aktivitäten

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Name - Alter - Wohnort - Aktivitäten

Slide 26 - Woordweb

Wen magst du am liebsten?
Ich mag ...
Name - Alter - Wohnort - 1 Aktivität

Slide 27 - Open vraag

Schreibe eine E-Mail an ...
Erzähle etwas über dich.

Slide 28 - Open vraag