In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Oefentoets Nederland - Indonesië P3 en P4
Slide 1 - Tekstslide
Dit is een afbeelding van J.B. van Heutsz (1851-1924), een Nederlandse generaal die een grote rol heeft gespeeld in één van de koloniale oorlogen in Nederlands-Indië.
Welke oorlog was dat?
A
De Atjeh-oorlog.
B
De Java-oorlog.
C
De Politionele acties.
D
Geen van de genoemde oorlogen is juist.
Slide 2 - Quizvraag
Wat is modern imperialisme?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 3 - Quizvraag
Op deze afbeelding zie je Indonesische studenten in Nederland.
Met welke twee begrippen kun je dit in verband brengen?
A
1. inheems nationalisme en 2. Ethische politiek
B
1. Atjeh-oorlog en 2. Ethische politiek
C
1. inheems nationalisme en 2. Koelies
D
1. Koelies en 2. Ethische politiek
Slide 4 - Quizvraag
Wat was het doel van de politionele acties?
A
Nederland wilde de laatste Japanners uit Nederlands-Indië verjagen.
B
Nederland wilde zijn bedrijven op Java en Sumatra snel weer terug.
C
Nederland wilde zijn kolonie met nieuwe gebieden gaan uitbreiden.
D
Nederland wilde de toenemende invloed van de Sovjet-Unie in Indonesië tegengaan.
Slide 5 - Quizvraag
In welk jaar erkende Nederland de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië?
A
1940
B
1949
C
1945
D
1977
Slide 6 - Quizvraag
1 De Indonesische nationalisten beslissen samen met het Japanse leger over alle militaire zaken. 2 Het Japanse leger wordt door veel Indonesische nationalisten met enthousiasme begroet. 3 Japan belooft in de toekomst onafhankelijkheid aan de nationalisten in Indonesië. 4 Nederlanders worden in vernietigingskampen gevangen gezet en massaal vermoord.
Zijn de 4 bovenstaande uitspraken over de Japanse bezetting van Nederlands-Indië juist of onjuist?
A
1. onjuist, 2. juist, 3. juist, 4. onjuist
B
1. juist, 2. juist, 3. juist, 4. onjuist
C
1. onjuist, 2. onjuist, 3. juist, 4. onjuist
D
1. onjuist, 2. juist, 3. onjuist, 4. juist
Slide 7 - Quizvraag
Waar en in welke periode werd dit bankbiljet als wettig betaalmiddel gebruikt?
A
in Indonesië in de periode 1942-1945
B
in Japan in de periode 1942-1945
C
in Nederland in de periode 1942-1945
D
in Japan in de periode 1946-1949
Slide 8 - Quizvraag
Uit welke periode komt het affiche?
En met welk doel is het affiche gemaakt?
A
periode: 5 mei 1945 - 17 augustus 1945, doel affiche: Indonesië na de Japanse
bezetting weer op te bouwen
B
periode: 5 mei 1945 - 17 augustus 1945, doel affiche: Japan uit Indonesië te
verdrijven
C
periode: 17 augustus 1945 - 27 december 1949, doel affiche: Indonesië na de Japanse
bezetting weer op te bouwen
D
periode: 17 augustus 1945 - 27 december 1949, doel affiche: Japan uit Indonesië te
verdrijven
Slide 9 - Quizvraag
Hoe heette het koloniale leger in de Indonesische archipel?
Slide 10 - Open vraag
Wat is een koelie?
A
Een arbeider die zijn eigen stuk land heeft.
B
Een bediende van een Javaanse edelman.
C
Een Nederlander in dienst van een edelman.
D
Een niet-blanke arbeider in Nederlands-Indië.
Slide 11 - Quizvraag
Wat was het doel van de Ethische Politiek?
A
Een einde maken aan het gehate Cultuurstelsel.
B
De discriminatie van de Indonesische bevolking.
C
De deportatie van Javanen naar veraf gelegen eilanden.
D
Het brengen van welvaart en ontwikkeling voor de Indonesische bevolking.
Slide 12 - Quizvraag
De kaart laat zien hoe Indonesië er tegenwoordig uitziet. Dat Indonesië nu deze vorm heeft (oranje gebied), komt mede door de inheemse nationalisten die streden voor onafhankelijkheid. Welke van de volgende zinnen licht dat toe?
A
De leiders van de verschillende eilanden sloten zich in 1929 allemaal aan bij Soekarno en zijn PNI. Zo ontstond Indonesië bijna vanzelf.
B
Nadat de PNI was opgericht, droegen de Nederlandse bestuurders de macht over aan Soekarno's nationalisten. Zo ontstond het tegenwoordige Indonesië.
C
Volgens de nationalisten behoorden alle inheemse bewoners van Nederlands-Indië tot één volk. Dit volk had recht op een land. Zo ontstond het tegenwoordige Indonesië.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 13 - Quizvraag
De gouverneur-generaal van Nederlands-Indie tussen 1926 en 1931 heette de Graeff
Wat bedoelt de gouverneur-generaal de Graeff in de bron?
A
De Nederlanders zullen de strijd tegen het nationalisme uiteindelijk verliezen.
B
Hij bedoelt dat Soekarno zo snel mogelijk gouverneur-generaal moet worden.
C
Indonesiërs die in het westen hebben gestudeerd zijn niet nationalistisch.
D
Volgens hem kan Nederland de Indonesische nationalisten makkelijk verslaan.
Slide 14 - Quizvraag
In 1945 hing deze poster op verschillende plaatsen in Nederland.
Wat is de boodschap van dit affiche?
A
Niets zal beter zijn voor de Indonesiërs dan Nederlands bestuur.
B
Onder de Japanners was er tenminste welvaart en orde.
C
Als de Indonesiërs niet zouden gehoorzamen, dan zou Nederland terreur toepassen.
D
Nederland beschouwde Nederlands-Indië al in 1945 als verloren.
Slide 15 - Quizvraag
Nadat Soekarno in 1945 de Republiek Indonesië had uitgeroepen, brak er overal chaos uit. Jongeren trokken plunderend en moordend rond. Ongeveer 100.000 mensen werden vermoord.
Hoe noemen we deze periode?
A
De Bersiap-periode.
B
De nationalistische periode.
C
De PKI-periode.
D
De PNI-periode.
Slide 16 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Wat was het ideaal van de Molukse kapers van deze trein?
A
De heroprichting van het KNIL.
B
Een vrije Molukse republiek.
C
Erkenning van de Republiek Indonesië.
D
Opgaan in de Nederlandse samenleving.
Slide 17 - Quizvraag
Lees de volgende uitspraken over de 2 personen in de afbeelding:
1 Na de machtsovername van Soeharto verbeterde de relatie tussen Nederland en Indonesië.
2 Soeharto nam de macht van Soekarno over.
Welke zin is juist?
A
Uitspraak 1 is juist.
B
Uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.
Slide 18 - Quizvraag
Lees eerst de bron. Is dit de herinnering van een Indonesische, Japanse of Nederlandse vrouw? Verklaar je antwoord met behulp van de bron. Doe het zo: De herinnering is van een … (kies uit: Indonesische / Japanse / Nederlandse) vrouw, want … (geef een verklaring met behulp van de bron).
Slide 19 - Open vraag
Zet in de juiste chronologische volgorde: 1 VOC wordt opgericht 2 ethische politie 3 politionele acties 4 cultuurstelsel
A
1,2,3,4
B
4,2,3,1
C
1,4,2,3
D
1,2,4,3
Slide 20 - Quizvraag
Zet in de juiste historische volgorde 1. Ethische Politie 2 Politionele acties 3 Cultuurstelsel 4 VOC opgericht