maandag 24-2 1 les... oefentoets h5 en 6 start h7

Deze les:
- Terugblik vorige week
- 6.2 (halve uitleg)

- Hw check

- Aan de slag 

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
- Terugblik vorige week
- 6.2 (halve uitleg)

- Hw check

- Aan de slag 

Slide 1 - Tekstslide




Noem 3 van de 5 taken die de politie heeft



 wat er wordt bedoeld met 'speciale bevoegdheden' en noem er 3 voorbeelden van 
Kennen

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 6.2... 
Officier van justitie

Slide 3 - Tekstslide

Officier van Justitie = 

een speciale ambtenaar die namens de samenleving bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf tegen hem kan eisen

Slide 4 - Tekstslide

Openbaar ministerie (OM)


Alle Officieren samen noemen we het: Openbaar ministerie (OM)

Slide 5 - Tekstslide

Officieren van Justitie
Het OM (openbaar ministerie
Ministerie van Veiligheid en Justitie

Slide 6 - Tekstslide

De politie, het openbaar ministerie (OM), en het ministerie van veiligheid en justitie....

Slide 7 - Tekstslide

De rol van de Officier van Justitie


= heel belangrijk in het STRAFPROCES....

Heeft een aantal taken!

Slide 8 - Tekstslide

Taken in het strafproces van de Officier:

1: het opsporingsonderzoek leiden
2: beslissen of een verdachte naar een rechter gaat
3: hij/zij eist een bepaalde straf in de rechtszaak
4: zorgt ervoor dat die straf wordt uitgevoerd

Slide 9 - Tekstslide

Hij/zij ontvangt iets van de politie als er een misdrijf is gepleegd.....


Hoe noem je hetgene wat de officier van justitie ontvangt?

Slide 10 - Tekstslide

Proces verbaal
Als de politie klaar is met het onderzoek wordt er een proces verbaal geschreven. Dit is een speciaal politieverslag over het midsrijf en de verdachte. Dit wordt ook altijd in je dossier gestopt.

Slide 11 - Tekstslide

Na ontvangen van proces verbaal.....

Wordt er onderzoek gedaan door de officier van justitie....

Dit noem je het: opsporingsonderzoek.

Officier van Justitie krijgt hulp bij dit onderzoek..
Wie zou de Officier helpen denk je?

Slide 12 - Tekstslide

Wie is dus degene die iemand naar de rechter kan sturen??

Slide 13 - Tekstslide

Bedankt voor het opletten en meedoen! 

Slide 14 - Tekstslide

HW was: 
1 t/m 4, 9, 12 en 13


Slide 15 - Tekstslide

Opgaven maken
Voorwaarden

Je maakt nu

Opgaven 5, 6, 8 en 15


Klaar? Laat even aan mij zien.

Om 10:55 kom ik controleren wie het nog niet af heeft...
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze les:
- kort herhalen.. 3 min!

- 6.2 laatste uitleg 10 min!

- Oefenexamen maken 10 min!

- Bespreken 5 min!


 

Slide 17 - Tekstslide

Officier van Justitie
WIe is dat?

Wat doet die?

Waarom is die zo belangrijk in het strafproces....??

Slide 18 - Tekstslide

Taak 2: beslissen of iemand naar de rechter moet of niet...

De Officier van Justitie kan uit 3 dingen kiezen om te doen..


Slide 19 - Tekstslide

Seponeren
Seponeren betekent dat de verdachte niet voor de rechter hoeft te komen en dan ook geen straf krijgt. 

Wanneer of waarom zou de Officier van Justitie hiervoor kiezen?

Slide 20 - Tekstslide

Schikking
Bij kleine zaken kan er ook gekozen worden voor een schikking dat is een afspraak tussen de officier van justitie en de verdachte. Vaak is dit een bepaald geld bedrag. 

Wat zou een voordeel zijn van kiezen voor schikken?

Slide 21 - Tekstslide

Vervolgen
Als het bewijs toereikend genoeg is kan de officier van justitie overgaan tot vervolgen van de verdachte. Dat houdt in dat de verdachte voor de rechter moet verschijnen en de rechter gaat dan beslissen of er ook daadwerkelijk een straf komt.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Nu maken: oefentoets
HOE??
timer
10:00
Pagina 72 en 73!
Maak de opgaven zelfstandig

- gebruik je boek voor hoofdstuk
5 en 6!
- gebruik de samenvattingen 
- klaar? Begin alvast met lezen tekst hoofdstuk 7.1

Slide 24 - Tekstslide

Bespreken juiste antwoorden + cijfer berekenen 5 minuten!!!

8 punten totaal kun je behalen.

Tel je punten op... zet een 0 achter je punten en deel het door 8.

Dus 4 punten gehaald? Dan doe je 40 : 8
Schrijf je naam erop !! DOE TUSSEN JE BOEK!

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je vertellen welke 3 rechterlijke instanties er zijn

Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat er bij de Hoge Raad gebeurd

Slide 26 - Tekstslide

Totdat de bel gaat... Maak je nu opgave 10 en 12!!

Slide 27 - Tekstslide

Deze les: 
- planning laten zien
7.1 KORTE UITLEG 6 MINUTEN!!
- Video die 7.2 uitlegt!
- Kijkvragen maken bij video
- Kruiswoordpuzzel maken!

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

7.1.. als de officier uiteindelijk heeft besloten dat iemand naar de rechter moet begint het met de dagvaarding




dat = de oproep om voor de rechter te verschijnen.
Daarin staat wat het misdrijf is, wanneer het gebeurde en wanneer de verdachte naar de rechter moet!

Slide 30 - Tekstslide

3 soorten rechterlijke instanties waar zittingen worden gehouden!



1: Rechtbank
2 Gerechtshof
3 Hoge Raad

Slide 31 - Tekstslide

1: Rechtbank
- Er zijn er 11 in Nederland

-Verschillende afdelingen:
civiele sector
bestuursrecht
strafrecht
kantonrecht


Slide 32 - Tekstslide

We kijken alleen naar: Strafrecht en kantonrecht.

Kantonrecht: heb je een overtreding gepleegd dan moet je naar de KANTON rechter.

- strafrecht: de strafrechters behandelen overtredingen en misdrijven.
Heb je een licht misdrijf gepleegd dan kom je voor de politierechter. 

Heb je een zwaar misdrijf gepleegd dan moet je naar de meervoudige kamer. (= 3 rechters)

Slide 33 - Tekstslide

2 : Gerechtshof
- Er zijn er 4 in Nederland

- Verdachte én de Officier van Justitie kunnen in hoger beroep gaan.
= dat de hogere rechtbank opnieuw naar de zaak gaat kijken.



Slide 34 - Tekstslide

Hoge Raad
- Zit in Den Haag
= het HOOGSTE rechtsorgaan
als er in hoger beroep wordt gegaan tegen het Gerechtshof kom je bij de Hoge raad terecht. Dit noem je : in cassatie gaan.

- Hier kijken speciale rechters kijken alleen of er fouten zijn gemaakt door : de rechtbank en het Gerechtshof.



Slide 35 - Tekstslide

Jurisprudentie!!
Er wordt door de Hoge raad gekeken naar de jurisprudentie. 
Dat is het geheel van rechterlijke uitspraken.

De Hoge raad beoordeelt of de juiste straf is gegeven en of het eerlijk is gegaan. Beoordeelt de Hoge Raad dat alles klopt dan geldt de uitspraak van het GErechtshof.
Als de Hoge Raad vindt dat er een fout is gemaakt moet de zaak terug naar het Gerechtshof en moet er een nieuw vonnis komen.

Slide 36 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je vertellen welke 3 rechterlijke instanties er zijn

Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat er bij de Hoge Raad gebeurd

Slide 37 - Tekstslide

Video met kijkvragen 

We gaan kijken naar een video over wie de belangrijkste personen zijn in een rechtszaak en welke stappen in welke volgorde plaatsvinden.

Beantwoord tijdens het kijken de vragen die ik je heb uitgedeeld.

Slide 38 - Tekstslide

0

Slide 39 - Video

8 stappen
1: de opening
2: de aanklacht
3: verhoor van getuigen en deskundigen
4: verhoor van verdachte
5: Het requisitoir
6: Het pleidooi
7: Het laatste woord
8 Vonnis

Slide 40 - Tekstslide

Kruiswoordpuzzel maken!!
Werk alleen!! Je kunt je boek gebruiken! 
Het gaat alleen over hoofdstuk 7.1 en 7.2

WIe het eerst klaar is... en alles goed heeft... is the winner :) :):)

Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk vrijdag:
Van hoofdstuk 7 criminaliteit: 1 t/m 12, 14 en 16!!

Slide 42 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 43 - Tekstslide