PES + SMART

PES en SMART
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PES en SMART

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
1
2
3
4
5
6
Verzamelen van
 informatie
formuleren van zorgproblemen
bepalen van doelen
actie
 plannen
Uitvoeren van de activiteiten + observeren
Evalueren + rapporteren

Slide 2 - Sleepvraag

PES Methode
De PES methode is een hulpinstrument om een diagnose te stellen. Het wordt door zorgverleners gebruikt bij het opstellen van een verpleegplan. Doordat je middels de PES structuur tot het juiste probleem bent gekomen, kun je makkelijker SMART doelen formuleren om tot actie te komen.

Slide 3 - Tekstslide

PES
"Ezelsbruggetje" voor het formuleren van de PES: ​
P → de zorgvrager is niet meer in staat of..
de zorgvrager heeft last van...
E → als gevolg van...​
S → wat zich uit in / wat blijkt uit...​
P=Probleem, E=Etiologie, S=Signalen



Slide 4 - Tekstslide

P van Problemen
P: Probleem
Wat zegt je verpleegkundige (of klinische) blik of observatie over het probleem?
Welke klachten uit de patiënt?
Wordt de patiënt hierdoor beperkt in zijn doen en laten?

Slide 5 - Tekstslide

E van Etiologie
Etiologie
Wat is de oorzaak van het probleem?

Slide 6 - Tekstslide

S van Symptomen/Signs
Symptomen
Welke symptomen zie je bij de zorgvrager

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn potentiële verpleegproblemen?
A
Verpleegproblemen die op dit moment zichtbaar en actueel zijn
B
Verpleegproblemen geformuleerd volgens de PES structuur
C
Verpleegproblemen die de verpleegkundige op basis van deskundigheid in de toekomst verwacht.

Slide 8 - Quizvraag

Waar staat de P in PES voor?
A
Verpleegproblemen als uitgangspunt voor de zorg.
B
Etiologie omvat de oorzakelijke factoren
C
Symptomen en klachten
D
alle drie de antwoorden zijn onjuist

Slide 9 - Quizvraag

timer
1:00
verhoogde gevoeligheid in verband met kleinere vochtreserve en afgenomen dorstprikkel
P
E
S
Vochttekort
droge huid & slijmvliezen
ontoereikende orale vochtopname

Slide 10 - Sleepvraag

P: Mw Klasen heeft diabetes
E: Transpireert en begint te beven
S: Mw raakt snel in een hypo.
Is dit juist of onjuist geformuleerd?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Juiste antwoord
P: Mw Klasen raakt snel in een hypo
E: Diabetes
S: Transpireren en begint te beven

Slide 12 - Tekstslide

Tommie eet elke dag witbrood, patat en drinkt drinkt dagelijks cola. Hij heeft één keer in de week ontlasting. Hij heeft een vervelend vervelend gevoel in zijn buik. Hij zou meer vezels, groente en water moeten nemen. Welke zin hoort bij de letter E van de afkorting PES?
A
Hij heeft een vervelend gevoel in zijn buik
B
Hij heeft één keer in de week ontlasting
C
Hij eet dagelijks witbrood, patat en cola
D
Meer groente, vezels en water moeten drinken

Slide 13 - Quizvraag

TIP bij formuleren van de PES
Stap 1: S ->Welke symptomen zie je
Stap 2: P ->Wat is het (verpleeg)probleem of welke probleem ontstaat?
Stap 3: E ->Wat is de oorzaak?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

SMART doelen

Slide 16 - Tekstslide

SMART wordt gebruikt voor:
A
Het schrijven van een ondersteuningsplan
B
Controleren of je je dagtaken op werk hebt uitgevoerd
C
Het formuleren van doelen

Slide 17 - Quizvraag

Welk hulpmiddel gebruik je om een zorgdoel te formuleren
A
RUMBA
B
PES
C
SMART
D
SOAP

Slide 18 - Quizvraag

Wie stelt de verpleegdoelen op?
A
de patiënt
B
de verpleegkundige
C
de patiënt met de verpleegkundige
D
de hoofdbehandelaar

Slide 19 - Quizvraag



Welk van onderstaande verpleegdoelen is juist geformuleerd?


A
Kevin eet binnen een week zijn maaltijd
B
Monique oefent met lopen drie maal per week onder beleiding van de fysiotherapie
C
Monique loopt over een week zelfstandig met hulp van haar rollator naar de recreatieruimte
D
Dhr. Storm is over een week niet meer agressief

Slide 20 - Quizvraag

Bevat een SMART doel een eindtijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Op 1 september 2024 weeg ik 55 kilo
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 22 - Quizvraag

Ik wil dat mevr. Jansen tijdens het ontbijt voldoende eet.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 23 - Quizvraag

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te controleren of doelen behaald zijn
C
Het staat mooier
D
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video