Thema 4 - les 9 - droomberoepen

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Wat wil jij later worden?

lesdoel

Ik leer woorden bij het thema droomberoepen en ik leer  hoe je de betekenis van een woord vindt.

de astronaut

een ruimtereiziger

André Kuipers is de beroemdste astronaut van Nederland.

de chef

Iemand die aan het hoofd van een bedrijf of afdeling staat,

De rechterman is de chef van een groente afdeling in een supermarkt.

het droomberoep

beroep waar je van droomt dat je het later wordt.

Vroeger droomde ik ervan om actrice te worden, dat was mijn droomberoep.

de filmster

iemand die in films speelt en zo beroemd is geworden.

Heb jij een favoriete filmster?

het idool

iemand die je bewondert

Ik heb nooit een idool gehad. Heb jij een idool?

de inleiding

het eerste gedeelte, waarin wordt verteld waar een tekst over gaat.

De tekst van nieuwbegrip begint altijd met een inleiding.

ontslaan

iemand zeggen dat hij of zij niet meer mag komen werken.

TT	VT
ik ontsla hij ontslaat wij ontslaan	ik ontsloeg hij ontsloeg wij ontsloegen

het personeel

alle mensen die in een bedrijf werken

Het personeel van een ziekenhuis zijn artsen, verpleegster, schoonmakers, koks, receptionisten en nog veel meer.

de profvoetballer

voetballer die zijn geld verdient met voetballen.

Veel jongens willen graag een profvoetballer worden, maar dat lukt lang niet iedereen. Je moet talent en geluk hebben.

het slot

1. Het einde van een verhaal

2. De sluiting van een raam of een deur.

3. Het kasteel

Doornroosje woonde in een prachtig slot.

Welke betekenis heeft dit slot?

volgens

zoals iemand heeft gezegd

Volgens mij is voetballen de faboriete sport van deze klas.

voorbereiden

jezelf klaarmaken voor iets

ik bereid me voor

hij bereidt zich voor

wij bereiden ons voor

Voor een toets moet jij je altijd goed voorbereiden.

Soms weet je niet wat een woord betekent.
Waarom moet je dan naar de rest van de zin kijken?

1. Soms kun je de betekenis raden.
2. Dan kun je in ieder geval verder lezen.
3. Vaak komt het woord nog een keer voor.

In welk stukje van de zin lees je wat droomberoep betekent?

Mijn droomberoep is regisseur en ik droom ervan dat ik dat later wordt.

1. Mijn droomberoep
2. Is regisseur
3. en ik droom ervan dat ik dat later wordt

Vul het goede beroep in?

Ik kan heel goed voetballen. Ik wil graag ....... worden. Dan wordt ik rijk.

1. filmster
2. profvoetballer
3. dierenarts
4. bakker

Vul het goede beroep in?

Mijn zus is dol op dieren. Zieke dieren wil zij beter maken. Later wordt ze .......

1. filmster
2. profvoetballer
3. dierenarts
4. bakker

Vul het goede beroep in?

Volgens mijn moeder is ..... een droomberoep. Ze droomt ervan dat ik op reis ga door de ruimte.

1. astronaut
2. profvoetballer
3. dierenarts
4. bakker

Vul het goede beroep in?

Elke ochtend loop ik langs de winkel van de ........

Het ruikt er naar vers gebakken brood.

1. astronaut
2. profvoetballer
3. dierenarts
4. bakker

Vul het goede beroep in?

Ik ben net naar de film geweest. Later wil ik ..... worden, dan kan ik altijd iemand anders spelen.

1. astronaut
2. profvoetballer
3. dierenarts
4. bakker

Wat klopt er niet in deze zin?

De huisarts stapt in het vliegtuig naar Parijs. Hij laat het vliegtuig langzaam opstijgen.

Wat klopt er niet in de zin?

• De leraar zit achter de kassa. Hij zegt: "Vijf broodjes en een pak melk? Dat is dan drie euro".
• "Hebt u al lang buikpijn?" vraagt de piloot.
• De verkoopster staat voor de klas. De kinderen doen hun boek open en gaan lezen.

Welk beroep heeft deze man?

Het beroep van de man is ......

aan het werk

Taalboek: bladzijde 95

Extra opdrachten thema 4