inleiding:
Je hebt op vakantie in Frankrijk een Engelse jongen (Charles) leren kennen waar je nog contact mee onderhoud. Er is laatst bij jullie ingebroken en toen zijn er ook een aantal van jouw spullen gestolen. Hier ben je natuurlijk erg van geschrokken en je gaat Charles hier een mailtje over sturen.
Je verteld hem over de inbraak maar wilt hem ook waarschuwen zodat hij ook weet wat hij in zo’n situatie moet doen.
AANWIJZINGEN
Maak gebruik van drie alinea’s met een witregel tussen elke alinea. Zorg voor een passende aanhef en afsluiting. Je mag zelf dingen toevoegen om er een goed lopend geheel van te maken. Gebruik minstens 100 en niet veel meer dan 140 woorden: aanhef en afsluiting tellen niet mee. Noteer het aantal woorden van de inhoud van de e-mail links bovenaan de pagina.
OPDRACHT
Verwerk onderstaande punten in je e-mail. Gebruik de informatie uit de inleiding
1) Zeg dat je een mailtje stuurt omdat er iets ergs gebeurd is
2) Vraag hoe het met hem gaat en zeg dat het met jou niet zo goed gaat
3) Vertel dat dit komt doordat er bij jullie ingebroken is
4) Zeg dat de verdachte je laptop en je sieraden gestolen heeft
5) Zeg dat je eerder die avond een man had gezien die er verdacht uitzag
6) Vertel dat hij donkere kleding droeg maar dat je niet zeker weet of hij de inbreker is
7) Zeg dat je na de inbraak de hulpdiensten hebt gebeld
8) Waarschuw Charles dat hij op moet passen voor criminelen die actief zijn bij hem in de buurt
9) Zeg dat hij thuis altijd een lichtje aan moet laten en de deuren op slot moet doen
10) Zeg dat je graag wat terug hoort van je vriend
11) Sluit op een passende manier af