In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hindoeïsme les 1.2
Kenmerken
Kastenstelsel
Reïncarnatie
Slide 1 - Tekstslide
Het Hindoeïsme is ontstaan in...
A
China
B
Nigeria
C
India
Slide 2 - Quizvraag
Het hindoeïsme is een...
A
Monotheïstische godsdienst
B
Polytheïstische godsdienst
C
Geen van beide
Slide 3 - Quizvraag
Indus
A
taal uit het hindoeisme
B
een kaste
C
belangrijke rivier
D
ander woord voor hindoe
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Welke kaste zie je hier?
A
Brahmanen
B
Ksatria’s
C
Vaisja’s
D
Sjoedra’s
Slide 7 - Quizvraag
Welke kaste zie je hier?
A
Brahmanen
B
Ksatria’s
C
Vaisja’s
D
Sjoedra’s
Slide 8 - Quizvraag
Welke kaste zie je hier?
A
Brahmanen
B
Ksatria’s
C
Vaisja’s
D
Sjoedra’s
Slide 9 - Quizvraag
Welke volgorde is m.b.t. het kastenstelsel correct?
A
militairen, priesters, werknemers, boeren
B
militairen, boeren, priesters, werknemers
C
priesters, militairen, boeren, werknemers
D
priesters, militairen, werknemers, boeren
Slide 10 - Quizvraag
Welke bewering is onjuist?
A
De kaste waar je bij hoort kun je tijdens je leven verlaten
B
Officieel is het kastenstelsel in 1950 afgeschaft
C
Elke kaste heeft een eigen kleur
D
Je hoort door geboorte bij een bepaalde kaste
Slide 11 - Quizvraag
Les 2 Waar geloven Hindoes in?
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Wat bedoelen wij met reïncarnatie
A
Wanneer je ziel naar de hemel gaat
B
Wanneer je ziel naar de hel gaat
C
Wanneer je ziel terugkeert naar leven
D
Wanneer je ziel terugkeert naar je lijf
Slide 14 - Quizvraag
Reïncarnatie betekent letterlijk?
A
Wedergeboren
B
Opnieuw in vlees
C
Opstanding
D
Doorleven
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
Waarom is de koe heilig volgens het Hindoeïsme?
A
Staat symbool voor macht en kracht
B
Staat symbool voor vruchtbaarheid
C
Staat symbool voor rijkdom
D
Is een god
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Karma
A
Het eindsaldo van alle goede en slechte daden
B
Het moment dat Atman terugkeert bij Brahman
C
Het verkregen inzicht dat je verlost moet worden van waaraan je gehecht bent
D
Kringloop van talloze levens
Slide 19 - Quizvraag
Welke bewering is onjuist? Het karma.......
A
belemmert of bevordert moksja
B
bepaalt in welke kaste je komt
C
is het eindsaldo van alle goede en slechte daden
D
is de voortdurende kringloop van wedergeboorten
Slide 20 - Quizvraag
Wat betekent dharma?
A
Ander woord voor Karma
B
Dat wat vast staat
C
Natuurregels
D
Atman
Slide 21 - Quizvraag
Hoe wordt de voortdurende kringloop genoemd?
Slide 22 - Open vraag
Wat is een ander woord voor Moksja?
Slide 23 - Open vraag
Verklaar de woorden Atman en Brahman.
Slide 24 - Open vraag
maken vragen 2.1 en 2.2
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Het belangrijkste bij het Hindoeïsme is
A
Verlossing van de zonde
B
Plek in het paradijs
C
Vergeving van de zonde
D
Op zoek naar het goddelijke in jezelf
Slide 28 - Quizvraag
als je geboren bent voor een dubbeltje wordt je nooit een kwartje.
Klopt deze gedachte met het Hindoeïsme? Leg uit!
Slide 29 - Open vraag
‘Elke glimlach die je uitzendt, keert weer tot je terug’
Naar welk begrip in het hindoeïsme verwijst dit?
Slide 30 - Open vraag
Par 2.2
wegen tot verlossing
Slide 31 - Tekstslide
Vul de woorden in. Door je aan de wetten(.1........) te houden komt de mens in balans met de ...2..... Door het houden van deze........3.... kan de uiteindelijke ........bereikt worden.