Geschiedenis H3 par. 2 bezig HSX

De Franse Revolutie
hoofdstuk 3.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De Franse Revolutie
hoofdstuk 3.

Slide 1 - Tekstslide

Frankrijk voor Franse Revolutie
Lodewijk XVI en Marie Antoinette
Koning en koningin van Frankrijk.
Frankrijk voor de Franse Revolutie.

Slide 2 - Tekstslide

Vlucht Lodewijk XVI
Doordat het Franse volk zo boos was op hun koning en koningin, omdat zij zoveel geld uitgaven aan onzinnige dingen (feesten, eten, gokken) terwijl zij geen eten hadden, vluchtte de koning met zijn gezin. Hij wilde ging naar Oostenrijk, het land van zijn vrouw. Om met een leger weer terug te keren en de rust te herstellen

Slide 3 - Tekstslide

Varennes
Maar omdat de koning en de koningin met een te opvallende koets reisde + een leger werden zij al snel opgemerkt. Zij werden gearresteerd en mee teruggenomen naar Parijs. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Tour du Temple
Na de arrestatie werd de koning en zijn familie opgesloten in de Tour du Temple in Parijs in afwachting van hun vonnis. De koning werd ter dood veroordeeld, net als zijn vrouw. 

Slide 6 - Tekstslide

21 januari 1793: onthoofding van Lodewijk XVI

Slide 7 - Tekstslide

De Verlichters en politiek II
John Locke (Eng. 1632-1704)
Het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten

Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wil.

Slide 8 - Tekstslide

Wat voor regeringsvorm heeft Nederland?
A
Monarchie
B
Democratie
C
Republiek
D
Dictatuur

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor staatsvorm heeft Amerika?
A
Monarchie
B
Democratie
C
Republiek
D
Aristocratie

Slide 10 - Quizvraag

Welke staatsvorm had Frankrijk ten tijde van Lodewijk XVI?
A
Monarchie
B
Democratie
C
Republiek
D
Dictatuur

Slide 11 - Quizvraag

Welke regeringsvorm had Frankrijk ten tijde van Lodewijk XVI?
A
Monarchie
B
Democratie
C
Republiek
D
Dictatuur

Slide 12 - Quizvraag

De Verlichting

Slide 13 - Tekstslide


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
  • Ze hadden de hulp van God niet meer nodig
  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen empirisme en rationalisme
  • Je kunt uitleggen dat de Verlichting een gevolg is van de Wetenschappelijk Revolutie
  • Je kunt belangrijke thema's van verlichtingsdenken noemen, en daar voorbeelden bij geven


Slide 15 - Tekstslide

Terugblik
- Renaissance: er kwam weer interesse naar onderzoek en wetenschap uit de oudheid
- Wetenschappelijke Revolutie: mensen begonnen onderzoek uit te breiden, en deden steeds meer ontdekkingen.

Slide 16 - Tekstslide

Kennis
Wetenschappelijke Revolutie:
  • Empirisme: kennis door waarneming
  • Rationalisme: kennis door het gebruik van de rede (het verstand)

Slide 17 - Tekstslide

Je gaat zo een filmpje bekijken over wat de Verlichting is. De volgende denkers komen aanbod:
  • Montesqieu
  • Rousseau
  • Loche
  • Smith
  • Diderot
  • Spinoza
  • Voltaire 


Schrijf de namen over  op een kladblaadje/of laptop. 

Als je het filmpje kijkt maak je aantekeningen. 




Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Hoe ontstond een veranderings-idee?
  • De wetenschappelijke revolutie 1650-1800 (H3!)
  • Als gevolg van de wetenschappelijke revolutie
  • Zelf nadenken, niet alles zomaar geloven (ratio gebruiken)
De Verlichting
De ideeën van de Verlichting
  1. Mensen horen vrij te zijn en mensenrechten te hebben.
  2. Meer macht voor het volk (meer democratie en een grondwet)
  3. Scheiding van kerk, staat en rechtspraak
  4. Het verstand is belangrijk en moet goed gebruikt worden door iedereen.

Slide 20 - Tekstslide

De Verlichters en het geloof
Verlichters
  • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in.
  • Er is niet 1 waar geloof

Gevolg
  • Voor godsdienstvrijheid
  • Tegen een grote invloed van de kerk
Voltaire. (Fr.1694-1778)

Slide 21 - Tekstslide

De Verlichters en gelijkheid
Verlichters
  • Mensen zijn gelijk en vrij

Gevolg
  • Tegen standenmaatschappij
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

Slide 22 - Tekstslide

De Verlichters en politiek I
Verlichters
  • Een koning is er voor het volk
  • Het volk mag een slechte koning afzetten
  • De echte macht ligt bij het volk

Gevolg
  • Tegen absolutisme
  • Voor democratie

Slide 23 - Tekstslide

Reactie koningen
Ideeën van de Verlichting verbieden

Of

Sommige ideeën overnemen, zolang de vorst alle macht houdt.
= Verlicht absolutisme

Slide 24 - Tekstslide

De Verlichters en politiek II
John Locke (Eng. 1632-1704)
Het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten

Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wil.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide