Geld en bijbaantjes

Geld en bijbaantjes
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Geld en bijbaantjes

Slide 1 - Tekstslide

7

Slide 2 - Video

00:00
Wie werken meer?
A
MBO-ers
B
Scholieren uit het voortgezet onderwijs

Slide 3 - Quizvraag

00:16
Hoeveel scholieren ouder dan 15 jaar hebben een bijbaan?
A
30% van alle scholieren
B
2/3 van alle scholieren
C
Twee derde van alle scholieren
D
230 scholieren

Slide 4 - Quizvraag

00:27
Hoeveel uur per week werken scholieren en wat is het meest populairste bijbaantje?

Slide 5 - Open vraag

00:34
Welke bijbaantjes hoor je nog meer?
A
krantenwijk, afwassen, oppassen
B
krantenwijk, bezorger, schoonmaker
C
in de horeca, oppassen, bezorgen
D
in de horeca, krantenwijk, bezorger

Slide 6 - Quizvraag

00:41
Wanneer werken scholieren het liefst? Op zaterdag op of zondag?

Slide 7 - Open vraag

01:08
Waar zijn de meeste bijbaantjes?
A
In Nederland
B
In andere landen

Slide 8 - Quizvraag

01:43
Moeilijke vraag: wat is het nadeel (negatief) van veel werken?

Slide 9 - Open vraag

Wat voor bijbaan zou jij willen hebben? Of heb jij?

Slide 10 - Open vraag

Moet jij werken of wil jij werken?
A
Ik moet werken
B
Ik wil werken

Slide 11 - Quizvraag

14

Slide 12 - Video

01:28
Hoe is geld beschermd?
A
Op ieder biljet staat een uniek nummer
B
Je kan het niet kopiëren
C
Je kan het geld niet kapot maken
D
Je kan het geld niet verbranden

Slide 13 - Quizvraag

02:13
Wat is de eerste manier om geld te verdienen als kind?

Slide 14 - Open vraag

02:39
Hoe heet het als je klusjes/taken doen voor geld?
A
IJsje voor een karweitje
B
Meisjes doen karweitjes
C
Geitje voor een karweitje
D
Heitje voor een karweitje

Slide 15 - Quizvraag

03:02
Wat is tip 3 om geld te verdienen als kind?

Slide 16 - Open vraag

03:16
Waar moet je voor oppassen als je schatten gaat zoeken?

Slide 17 - Open vraag

03:45
Wat doe je als je vragenlijsten invult?
A
Je maakt een lijst met vragen.
B
Je beantwoordt vragen.

Slide 18 - Quizvraag

04:07
Wat betekent een 'addertje onder het gras'
A
Dat er nadelen zijn die je niet meteen ziet
B
Dat je moet oppassen voor slangen
C
Dat iemand je wil laten schrikken
D
Dat het mooier lijkt dan het is

Slide 19 - Quizvraag

04:08
Welke nadelen heeft geld verdienen met vragenlijsten (5 nadelen)

Slide 20 - Open vraag

04:50
Zou jij flessen verzamelen voor geld?
Nee, nooit!
Dat doe ik al.
Ja, ik vind het een goed idee.

Slide 21 - Poll

05:28
Hoeveel kinderen hebben in Nederland een eigen bedrijf?
A
Meer dan 1000
B
Meer dan 10000
C
Meer dan 100
D
Meer dan 10

Slide 22 - Quizvraag

05:50
Wat is lastig te combineren met elkaar? (4 dingen worden genoemd)

Slide 23 - Open vraag

06:14
Wanneer is een Pokemonkaart veel geld waard?
A
Als er niet veel van zijn (zeldzaam).
B
Als er heel veel van zijn (overschot).
C
Als het een gouden kaart is.
D
Als de kaart heel oud is.

Slide 24 - Quizvraag

06:33
Welk schilderij is 2 miljoen euro waard?

Slide 25 - Poll

06:59
Wanneer wordt een schilderij past echt veel geld waard?

Slide 26 - Open vraag


Slide 27 - Open vraag


Slide 28 - Open vraag


Slide 29 - Open vraag