Woche 41

A3b Duits, Woche 40
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

A3b Duits, Woche 40

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Beginopdracht

Slide 3 - Tekstslide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Lektion 21
Grammatik: Negation
An die Arbeit
Montag (80 Min.)

Ende Lektion 20 (Check Hausaufgaben)
Aussprache: AB Aufgabe 17-20
Start Lektion 21
LWS S. 28

Slide 4 - Tekstslide

Lektion 20
Nakijken:
AB Aufgabe 13, 14, 15 & 16 
S. 18-19

Slide 5 - Tekstslide

Aussprache
AB Aufgabe 17-20
S. 19

Slide 6 - Tekstslide

Start Lektion 21
KB S. 16-17 (1-3)
AB S. 22-23 (1-5)

Slide 7 - Tekstslide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Lektion 21
Grammatik: Negation
An die Arbeit
Montag (80 Min.)

Ende Lektion 20 (Check Hausaufgaben)
Aussprache: AB Aufgabe 17-20
Start Lektion 21
LWS S. 28

Slide 8 - Tekstslide

Vertaal:
Versie A
Versie B
de ingang
de uitgang
de tent
de buurman
de buurvrouw
de brezel
regenen
vieren
het kippetje
de patat

Slide 9 - Tekstslide

Lektion 21
KB S. 17 (4-6)
AB S. 23-24 (7-10)

Slide 10 - Tekstslide

Grammatik: Negation
Negation = ontkenning

Welke vorm van ontkenning in het Duits ken je al?

Slide 11 - Tekstslide

Grammatik: Negation
Hoe je dat doet? Precies dezelfde plek als in het Nederlands, kijk maar:

1. Ich heiße Lotte --> Ich heiße nicht Lotte.
2. Ich wohne in Zaandam --> Ich wohne nicht in Zaandam.
3. Mein Lieblingsfach ist Mathe --> Mein Lieblingsfach ist nicht Mathe.
4. Ich bin 25 Jahre alt --> Ich bin nicht 25 Jahre alt. 
5. Ich habe im Mai Geburtstag --> Ich habe nicht im Mai Geburtstag.


Slide 12 - Tekstslide

Sprechen: nur gute Antworten mit einer Negation
Frage
Antwort
Wie heißt du?
Wo wohnst du?
Was ist dein Lieblingsfach?
Wie alt bist du?
Wann hast du Geburtstag?

Slide 13 - Tekstslide

Grammatik: Negation
Negation = ontkenning

Op welke manier kun je een zin óók ontkennend maken?

Slide 14 - Tekstslide

Grammatik: Negation
Hoe je dat doet? Precies dezelfde plek als in het Nederlands, kijk maar:

1. Willst du einen Pullover kaufen? > Nein, ich brauche keinen Pullover.
2. Willst du eine Pizza essen? > Nein, ich will keine Pizza essen. 
3. Willst du ein Buch lesen? > Nein, ich will kein Buch lesen. 
4. Willst du Kinder haben? > Nein, ich will keine Kinder haben.


Slide 15 - Tekstslide

Grammatik: Negation
De vervoegingen van kein- gaan net als de ein-Gruppe. Dus:




mnl.
vrl.
onz.
mv.
1
kein
4

Slide 16 - Tekstslide