H5 Thema 1 Stofwisseling B6 Intensiteit van de stofwisseling

Thema 1

Basisstof 6 
Intensiteit van de stofwisseling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 1

Basisstof 6 
Intensiteit van de stofwisseling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Met behulp van gist kan uit suikers biobrandstof gemaakt worden. In welke van de onderstaande zinnen staat dit gistingsproces goed omschreven?
A
Onder aerobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot koolstofdioxide en ethanol.
B
Onder aerobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot zuurstof en ethanol.
C
Onder anaerobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot koolstofdioxide en ethanol.
D
Onder anaerobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot zuurstof en ethanol.

Slide 4 - Quizvraag


Slide 5 - Open vraag


A
Diagram 1
B
Diagram 2
C
Diagram 3
D
Diagram 4

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen B6
- Je weet wat de basale stofwisseling is.
- Je kunt de voorwaarden voor het fotosyntheseproces in planten benoemen

Slide 7 - Tekstslide

Intensiteit stofwisseling
Hoe snel verlopen reacties?

Slide 8 - Tekstslide

Intensiteit stofwisseling
Je weet:
- stofwisseling is omzetten van een stof in een andere.
- enzymen versnellen reacties

Deze kennis gebruik je in deze paragraaf.

Slide 9 - Tekstslide

Basale stofwisseling
= Stofwisseling die moet plaatsvinden om cellen/organen te kunnen laten functioneren in rust zoals: hartslag, ademhaling, peristaltiek darmkanaal.

Afhankelijk van:
  • Leeftijd
  • Geslacht
  • Gewicht
  • Tijdstip van de dag
  • Jaargetijde
  • Lichaamstemperatuur


Slide 10 - Tekstslide

Intensiteit stofwisseling

Warmbloedige dieren hebben constante lichaamstemperatuur.

Koudbloedige hebben lichaamstemperatuur gelijk aan omgeving.

Basale stofwisseling is ondergrens.

Slide 11 - Tekstslide

Intensiteit stofwisseling
Ik heb 3 organismen, elk in afgesloten bak.  Ze kunnen niet bewegen. 

Ik meet van hen ieder uur hoeveel CO2 zij uitstoten.

- Teken in een grafiek hoeveel CO2 ze  ieder uur produceren. 

1: Egel
3: Kamerplant

Slide 12 - Tekstslide

Intensiteit stofwisseling
Waarom kan de kikker in de nacht niet erg actief zijn?

Waarom kan de kamerplant in de nacht geen fotosynthese doen?
1: Egel

Slide 13 - Tekstslide

Intensiteit fotosynthese
De intensiteit van fotosynthese is de snelheid waarmee glucose wordt gevormd en O2 ontstaat.
Afhankelijk van:
  • Hoeveelheid/kleur licht
  • Hoeveelheid beschikbare CO2/H2O
  • Temperatuur
  • Hoeveelheid bladgroen

Slide 14 - Tekstslide

Fotosynthese Intensiteit-bepaling
  • In licht: zuurstofafgifte of koolstofdioxide-opname maat voor assimilatie
  • In donker: zuurstofopname of koolstofdioxide-afgifte maat voor dissimilatie


Compensatiepunt bepalen: assimilatie=dissimilatie

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Beperkende factor
  • Intensiteit fotosynthese: snelheid waarmee glucose wordt gevormd en zuurstof vrijkomt
  • Bepaald door factor die het minst gunstig  is: beperkende factor

Slide 17 - Tekstslide

Overdag: fotosynthese + dissimilatie
's Nachts: dissimilatie

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel 1: Je weet wat de basale stofwisseling is.
A
Doel bereikt
B
Doel niet bereikt, meer oefening nodig.
C
Doel niet bereikt, meer uitleg nodig.

Slide 19 - Quizvraag

Leerdoel 2: Je kunt de voorwaarden voor het fotosyntheseproces in planten benoemen
A
Doel bereikt
B
Doel niet bereikt, meer oefening nodig
C
Doel niet bereikt, meer uitleg nodig

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
Maak van thema 8 de volgende opgaven:
60 t/m 67

Slide 21 - Tekstslide