In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 8 Geluid
Paragraaf 8.1 Geluid maken en horen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Geluidsbronnen noemen.
Weten dat een tussenstof nodig is voor geluid.
Berekeningen met de geluidssnelheid maken met de formule
s = vgem x t
Slide 2 - Tekstslide
Voorkennis
Is je al eens iets opgevallen hoe je het geluid klonk onder water in een zwembad ?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Geluidsbronnen
Geluid ontstaat door trillingen van een geluidsbron, zoals stembanden, gitaar - snaren, de conus v.e luidspreker
Slide 5 - Tekstslide
Van geluidsbron naar oor
Om geluid te horen is nodig:
- een geluidsbron (b.v. stembanden)
- een tussenstof (lucht, steen, water)
- een ontvanger (oor, microfoon)
Slide 6 - Tekstslide
Geluidssnelheid
De snelheid van geluid door lucht is 343 m/s (bij 20°C)
Slide 7 - Tekstslide
De geluidsnelheid door gassen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Vuistregel afstand onweer
Tel de seconden tussen bliksem en donder en deel door 3.
Je hebt dan de afstand in km
Het onweer was 1,5/3 = 0,5 km verwijderd.
Slide 10 - Tekstslide
Formule om de afstand van geluid uit te rekenen:
s = vgel x t
s = afstand (m)
vgel = geluidssnelheid (m/s)
t = tijd (s)
Slide 11 - Tekstslide
v.b. onweer
Er zit zes seconden tussen de tijd van het zien van de bliksem en het horen van de donder. Hoe ver is het onweer verwijderd als het 20°C is ?
Slide 12 - Tekstslide
Geg:
vgel= 343 m/s
t = 6 s
Gevr: s
Opl:
s = vgel x t
s = 343 x 6
s = 2058 m
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
v.b. 2
Je slaat met een hamer op een stalen rails van 100 m lang. De geluidssnelheid door staal is 5,1 km/s.
Hoe lang duurt het voordat het geluid hierdoor heen is gegaan ?
Slide 15 - Tekstslide
Geg: s = 100 m
vgel = 5100 m/s
Gevr: t
Opl: t = s/vgel
t = 100/5100
t= 0,020 s
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
VB 3Mijn proef om de geluidssnelheid te bepalen
Er zit 135 m tussen mij (gitarist) en de waarnemer met de stopwatch. De tijd tussen het zien van het aanslaan en het horen zit 0,4 s. Bereken de geluiddsnelheid.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Uitwerking
Geg:
s= 135 m
t = 0,4 s
Gevr: v gel
Opl v gel = s/t = 135/0,4 s = 338 m/s
Slide 20 - Tekstslide
Nut van het lesdoel
Begrijpen en berekenen waarom het soms even duurt voordat je iets hoort.
Hogere cijfers voor je toets/examen want er zitten vrijwel altijd opdrachten in met s = v x t
Slide 21 - Tekstslide
Controle van het lesdoel v.b 1
1 Er zit 3 s tussen een flits en donder bij onweer. Bereken de afstand tot het onweer. Het is 0°C
Slide 22 - Tekstslide
v.b. 1
s = v x t
s = 332 x 3
s= 996 m
Met vuistregel: 3/3 = 1 km
Slide 23 - Tekstslide
V.b.2 Controle van begrip
Slide 24 - Tekstslide
V.B. 3
Slide 25 - Tekstslide
V.B 4
Slide 26 - Tekstslide
controle van lesdoel v.b. 5
Je schreeuwt en hoort na 5 s via een berg je echo. Bereken de afstand van jou tot de berg.
Het is 20°C.
Slide 27 - Tekstslide
V.b. 5
Geg: vgel = 343 m/s
t = 5 s
Gevr: s
Opl: s = vgel x t = 343x 5
s = 1715 m (heen en terug)
s = 1715/2 = 858 m (afstand tot berg)
Slide 28 - Tekstslide
Controle van lesdoel v.b. 6
3) Een dolfijn in de zee zendt ultrasoon geluid uit naar zijn jong en komt na 0,2 s bij het jong. Bereken de afstand die het geluid aflegt voordat de moeder het weer hoort.