*Woordenschat H1, vwo 1

Woordenschat H1
Woordraadstrategie synoniem
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat H1
Woordraadstrategie synoniem

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een woordraadstrategie?

Slide 2 - Open vraag

woordraadstrategie
Met een woordraadstrategie kun je de betekenis van een onbekend woord in een tekst bepalen.
Hierbij kijk je naar de context van dat woord.
Dit is het tekstdeel rond het onbekende woord

 Één van de woordraadstrategieën is:
ZOEK EEN SYNONIEM

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Ik kan de betekenis van een woord raden m.b.v. een synoniem.
Ik ken de betekenissen van de woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf

Slide 4 - Tekstslide

Hoe gebruik je de woordraadstrategie 'zoek een synoniem'

Slide 5 - Open vraag

zoek een synoniem
Soms staat er een synoniem van het woord in de tekst, waardoor je de betekenis te weten kunt komen. 

Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis. 
Je kunt ze niet altijd door elkaar gebruiken.
voorbeeld:
fiets + rijwiel

Slide 6 - Tekstslide

startopdracht: woordparen 
  1. afkeer en weerzin
  2. band en relatie
  3. defensie en verdediging
  4. genegenheid en sympathie
  5. hartstocht en passie
  6. observeren en waarnemen

Slide 7 - Tekstslide

opdrachten (blz. 24-27)
klassikaal maken/bespreken we opdracht 1
huiswerk voor woensdag 6/10:
opdracht 2 en 3 

klassikaal maken we opdracht 5. 1
huiswerk voor donderdag 7/10
opdracht 5.2, 6 en 7

Slide 8 - Tekstslide

woordparen
In uitdrukkingen met woordparen staan soms synoniemen.
voorbeeld:
kommer en kwel

of uit woorden die in betekenis dicht bij elkaar liggen.
voorbeeld:
paal en perk stellen

Slide 9 - Tekstslide

woordparen (opdracht 2)
  1. alles goed en wel: dat kan zo zijn (maar)
  2. alles kort en klein slaan: alles vernielen
  3. bont en blauw: zwaar toegetakeld
  4. heg noch steg weten: ergens totaal onbekend zijn
  5. huis en haard verlaten: alles wat je bezit achterlaten
  6. kant noch wal raken: nergens op slaan
  7. met horten en stoten: niet soepel
  8. open en bloot: zonder schaamte
  9. schots en scheef: erg slordig
  10. te hooi en te gras: zo nu en dan
  11. zonder slag of stoot: zonder tegenstand

Slide 10 - Tekstslide

woordparen (opdracht 3)
  1. in kannen en kruiken
  2. van toeten noch blazen weten
  3. in vuur en vlam staan
  4. have en goed
  5. mitsen en maren
  6. pracht en paal

Slide 11 - Tekstslide

opdrachten (blz. 24-27)

klassikaal maken/bespreken we opdracht 2, 3 en 5. 1

huiswerk voor donderdag 7/10
opdracht 5.2, 6 en 7

Slide 12 - Tekstslide

PLANNING toetsen

verslag Asten (1/2X): Pien, Juul, Gijs, Foppe, Tycho en Philip
SO woordenschat (1X): 12/10
leesautobiografie (1/2X): 28/10 
SO spelling (1X): 9/11
toets Lezen h1+h2 (2X): 23/11

Slide 13 - Tekstslide