Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2kgt + bk unit 2 lesson 4
Unit 2 lesson 4
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Unit 2 lesson 4
Slide 1 - Tekstslide
What's your best excuse?
timer
1:00
Slide 2 - Tekstslide
maken! unit 2 lesson 4
kgt: maken lesson 3 afmaken
lesson 4 opd. 30 + 31A + 32
leren woorden van lesson 4
Slide 3 - Tekstslide
basis: maken opd. 35A + 36A + 37 + 38 + 39
leren woorden van lesson 4
Slide 4 - Tekstslide
Past Simple
Slide 5 - Tekstslide
Past Simple
Slide 6 - Tekstslide
Past Simple
Regelmatige werkwoorden Onregelmatige werkwoorden
listen go - went
I listen
ed
I
went
you listen
ed
you
went
he/she/it listen
ed
he/she/it
went
we listen
ed
we
we
n
t
they listen
ed
they
went
Slide 7 - Tekstslide
VRAGENDE
ZINNEN:
DID
I GO?
DID
YOU GO?
DID
HE GO?
DID
SHE GO?
DID
IT GO?
DID
WE GO?
DID
THEY GO?
ONTKENNENDE
ZINNEN:
I
DIDN'T
BUY
YOU
DIDN'T
BUY
HE
DIDN'T
BUY
SHE
DIDN'T
BUY
IT
DIDN'T
BUY
WE
DIDN'T
BUY
THEY
DIDN'T
BUY
Slide 8 - Tekstslide
NA
DID EN DIDN'T
KOMT DUS ALTIJD HET
HELE WERKWOORD!!
NIET: I
DIDN'T LIKED
THE GIRL
WEL: I
DIDN'T LIKE
THE GIRL
NIET:
DID
THE BOYS
HAD
A FIGHT?
WEL:
DID
THE BOYS
HAVE
A FIGHT?
Slide 9 - Tekstslide
Vul de juiste vorm in.
Sandy _____ (buy - not) a lot of clothes last week.
A
buyn't
B
didn't buyed
C
didn't buy
D
buyed not
Slide 10 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in:
___ Jake ___ (sell) his car last week?
A
Did ... selled
B
Did ... sell
C
Sell
D
Selled
Slide 11 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in.
Their friends _____ (go - not) to the park.
A
didn't goed
B
didn't go
C
goen't
D
go not
Slide 12 - Quizvraag
Vulde juiste vorm in.
___ the dog ___ (play) with its bone?
A
Played
B
Did ... play
C
Did ... played
D
Play
Slide 13 - Quizvraag
Maak VRAGEND:
I watched a movie yesterday.
Slide 14 - Open vraag
Maak ONTKENNEND:
Eric visited his grandpa last night.
Slide 15 - Open vraag
persoonlijke voornaamwoorden
ik - jij - hij - zij - het - wij - jullie - zij
mij - jou - hem - haar - het - ons - jullie - hen/hun
And in English?
Slide 16 - Tekstslide
personal pronouns
I - you - he - she - it - we - you - they
me - you - him - her - it - us - you - them
What is the difference?
Slide 17 - Tekstslide
ONDERWERP
I
like
Do
you
like
He
likes
Does
she
like
It
is nice.
We
like
Do
you
like
They
like
VOORWERP
you
.
me
?
her
.
him
?
I like
it
.
you
.
us
?
them
.
Slide 18 - Tekstslide
BEZIT AANGEVEN
This is
my
bike.
Is that
your
car?
That it
his
house.
It is
her
bag.
BEZIT AANGEVEN
It is
mine
.
Is that
yours
?
It is
his
.
It is
hers
.
Slide 19 - Tekstslide
That is
our
house.
Is that
your
car?
It is
their
school.
It is
ours
.
Is that
yours
?
It is
theirs
.
Slide 20 - Tekstslide
Ik geef mijn boek aan jou.
A
I give my book to your
B
I give your book to me
C
I give my book to you
D
Me give mine book to you
Slide 21 - Quizvraag
Zij hebben hun huis verkocht.
A
She sold their house
B
She sold them house
C
They sold their house
D
She sold her house
Slide 22 - Quizvraag
De kat bijt in zijn (eigen) staart.
A
The cat bites his tail
B
The cat bites her tail
C
The cat bites its tail
D
The cats bite their tails
Slide 23 - Quizvraag
Jullie vijand is onze vriend
A
Their friend is our enemy
B
Your enemy is our friend
C
Our friend is your enemy
D
Their enemy is our friend
Slide 24 - Quizvraag
Wij vinden onszelf leuk.
A
I like ourself
B
We like ourselve
C
We like ourselves
D
We like us
Slide 25 - Quizvraag
Zij vinden elkaar leuk.
A
They like themself
B
They like each other
C
They like them
D
She likes herself
Slide 26 - Quizvraag
Past Continuous
Slide 27 - Tekstslide
Past continuous
Gebruik:
iets was bezig in het verleden
(vaak gebeurt er ook iets anders)
Slide 28 - Tekstslide
Past continuous
Gebruik:
iets was bezig in het verleden
(vaak gebeurt er ook iets anders)
Vorm:
was/were + werkwoord + ing
Slide 29 - Tekstslide
Past continuous
Gebruik:
iets was bezig in het verleden
(vaak gebeurt er ook iets anders)
Vorm:
was/were + werkwoord + ing
I / he / she / it
> was
you / we / they
> were
Slide 30 - Tekstslide
They ....... (do) exercises all morning.
A
was doing
B
were doing
C
are doing
D
is doing
Slide 31 - Quizvraag
She .......... (have) a bath when the telephone rang.
A
was having
B
were having
C
are having
D
is having
Slide 32 - Quizvraag
We saw a lot of rubbish when we ........... (walk) through the park.
A
are walking
B
was walking
C
were walking
D
is walking
Slide 33 - Quizvraag
We ......... (enjoy) the countryside when we ... (spot) something was wrong.
A
are enjoying, spoted
B
was enjoying, spotted
C
were enjoying, spotted
D
is enjoying, spots
Slide 34 - Quizvraag
https:
Slide 35 - Link
https:
Slide 36 - Link
No excuses! unit 2 lesson 4
* maken opd. 40 + 41 + 44 Practise More (allebei)
***** S.o. unit 2 lesson 4 8 december *****
Slide 37 - Tekstslide
No excuses! unit 2 lesson 4
maken opd. 35 + 36 + 38 + Practise More
30 + 31A + 32
leren woorden en zinnen lesson 3 + 4
Slide 38 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4GL unit 1 lesson 2
September 2020
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
Herhaling simple past, past continuous, persoonlijke vnw
April 2020
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
4kl grammar unit 1 lesson 2
September 2020
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
2bk unit 2 lesson 4
November 2019
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Unit 2 2.2
Oktober 2022
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Les 3
Mei 2020
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Unit 2 2.2
Oktober 2021
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3B/KL unit 2 lesson 1 (blokuur)
Oktober 2020
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3