Je kunt de delen van de huid in een afbeelding aanwijzen.
Je kunt de functies van de onderdelen van de huid beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe de huid zorgt voor een constant inwendig milieu
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4
In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Basisstof 2 De Huid
Je kunt de delen van de huid in een afbeelding aanwijzen.
Je kunt de functies van de onderdelen van de huid beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe de huid zorgt voor een constant inwendig milieu
Slide 1 - Tekstslide
Huidonderdelen en functies
De opperhuid bestaat uit twee lagen:
Hoornlaag (dode huid cellen)
Kiemlaag (hier groeien de nieuwe cellen en zit pigment
Slide 2 - Tekstslide
In de lederhuid zitten:
zintuigen
haarzakje en talgklier en
Zweetklier
Slide 3 - Tekstslide
Onderhuidsbindweefsel
Zijn vooral vetcellen.
Zorgen voor isolatie.
Slide 4 - Tekstslide
Functie huid
- Bescherming tegen indringers
- Lichaamstemperatuur constant houden
- Gevoelszintuigen zorgen dat we de omgeving kunnen waarnemen
Slide 5 - Tekstslide
Huidcellen houden indringers tegen
Bacteriën en virussen komen moeilijk binnen.
Slide 6 - Tekstslide
De talgklieren
Talgklieren zitten bij elk haarzakje. Talg houdt de huid soepel. Bij te weinig aan talg is je huid en haar droog.
Slide 7 - Tekstslide
Constant houden van lichaamstemperatuur
Te koud: rillen en kippenvel
Te warm: bloedvaten gaan open om af te koelen. Zweten.
Slide 8 - Tekstslide
Zintuigen in de huid
drukzintuig
tastknopje of tastzintuig
warmte en koud zintuigen
pijnpunten
allemaal gevoelszintuigen!
Slide 9 - Tekstslide
Hoe helpt de vetlaag (onderhuisbindweefsel) met het in stand houden van een goede lichaamstemperatuur?
A
Door de vetlaag koel je je lichaam.
B
Vet werkt isolerend, het houdt de lichaamswarmte vast
Slide 10 - Quizvraag
Welke zintuig ligt niet in de huid?
A
tastknopje
B
pijnpunt
C
drukzintuig
D
gezichtszintuig
Slide 11 - Quizvraag
Uit welke twee lagen bestaat de opperhuid?
A
hoornlaag en de lederhuid
B
hoornlaag en de kiemlaag
C
kiemlaag en de lederhuid
D
lederhuid en het onderhuidsbindweefsel
Slide 12 - Quizvraag
De huid bestaat uit 3 lagen. Hoe heet de middelste laag?
A
lederhuid
B
opperhuid
C
onderhuidsbindweefsel/vetlaag
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een functie van talgklieren
A
Talg houdt de huid soepel en heel
B
Talg is een soort vet en is een belangrijke brandstof
C
Wanneer je het warm is, scheid je talg uit om af te koelen
Slide 14 - Quizvraag
Basisstof 3. Vochtbalans
Door te drinken, eten komt er vocht binnen ons lichaam.
Door te plassen en te zweten verliezen we vocht
Er moet een balans zijn
Slide 15 - Tekstslide
Uitscheidingsstelsel
Je nieren halen afvalstoffen uit het bloed en regelen de vochtbalans.
Nieren hebben veel water nodig om hun werk goed te kunnen doen
Slide 16 - Tekstslide
Wat zit er in urine/wat wil het lichaam kwijt?
Ureum, zouten en het teveel aan water en ook hormonen.
Slide 17 - Tekstslide
Uitscheidingsstelsel
Je hebt twee nieren
Twee urineleiders
Eén urineblaas
Eén urinebuis
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
De weg van urine
urine wordt gemaakt in de nierschors en merg van de nieren
urine stroomt naar het nierbekken
daarna naar de urineleider
het komt aan in de urineblaas, wanneer deze vol is stroomt urine via de urinebuis naar buiten
Slide 20 - Tekstslide
Je hebt geslapen. Je wordt wakker en gaat plassen. Is je plas donker geel of licht geel van kleur? Zit er in deze ochtend urine veel of weinig water? Veel of weinig afvalstoffen?
A
licht geel, veel water en veel afvalstoffen
B
donker geel, veel water en weinig afvalstoffen
C
licht geel, weinig water en weinig afvalstoffen
D
donker geel, weinig water en veel afvalstoffen
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de juiste weg van urine?
A
nieren -> urineleider -> urineblaas -> urinebuis
B
nieren -> urinebuis -> urineblaas -> urineleider
Slide 22 - Quizvraag
Noem twee stoffen die in urine zit
Slide 23 - Open vraag
Uitscheidingsorganen
Om een evenwicht te behouden in ons lichaam hebben we diverse uitscheidingsorganen:
Niet alleen de nieren maar ook:
2) Longen: scheiden koolstofdioxide en waterdamp uit
3) Lever: scheidt gal uit
4) De huid: scheidt zweet uit
Slide 24 - Tekstslide
Afweer
Wanneer bacteriën en virussen ons lichaam binnendringen hebben we onze afweer in het inwendige milieu:
De witte bloedcellen
Slide 25 - Tekstslide
Tekst
Slide 26 - Tekstslide
Witte bloedcellen maken ook antistoffen
Slide 27 - Tekstslide
antistoffen beschermen je langdurig
Wanneer een witte bloedcel antistoffen maakt tegen een virus maakt blijven deze antistoffen een lange tijd in je lichaam. Je wordt immuun voor deze ziekte.
Natuurlijke immuuniteit = als je ziek bent geweest en nogsteeds antistoffen in je lichaam hebt.
Kunstmatige immuuniteit = als je gevaccineerd bent