L8&9: Vallen

Nieuwe aanpak
Basisinstructie les 1
Huiswerkcontrole tijdens check
VWO en HAVO voorbeelden in les2
Vragen over huiswerk inventarisatie les 1
Vragen uitwerken les 2 (op behoefte)
Leerdoelen
4H:
Je kan rekenen aan eenparig versnelde bewegingen in de vorm van een vallend voorwerp
Je kan alle leerdoelen van week 2-3 ook in deze context gebruiken (grafieken, formules)

4V:
  • Je kan de volgende bewegingen herkennen: eenparige rechtlijnige beweging, eenparig versnelde of vertraagde beweging, vrije val, valbeweging met wrijving; 
  • Je kan de formule voor de vrije-val afleiden;
  • Je kan het verband van luchtweerstand toepassen op valbewegingen;
Lesverloop
0-5min: Start
5-15min: Check 
15-20min: Huiswerkvragen inventariseren
20-45min: Huiswerk bespreken
45:55min:  Basisinstructie
55-60min: Afsluiting
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavo, vwo

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nieuwe aanpak
Basisinstructie les 1
Huiswerkcontrole tijdens check
VWO en HAVO voorbeelden in les2
Vragen over huiswerk inventarisatie les 1
Vragen uitwerken les 2 (op behoefte)
Leerdoelen
4H:
Je kan rekenen aan eenparig versnelde bewegingen in de vorm van een vallend voorwerp
Je kan alle leerdoelen van week 2-3 ook in deze context gebruiken (grafieken, formules)

4V:
  • Je kan de volgende bewegingen herkennen: eenparige rechtlijnige beweging, eenparig versnelde of vertraagde beweging, vrije val, valbeweging met wrijving; 
  • Je kan de formule voor de vrije-val afleiden;
  • Je kan het verband van luchtweerstand toepassen op valbewegingen;
Lesverloop
0-5min: Start
5-15min: Check 
15-20min: Huiswerkvragen inventariseren
20-45min: Huiswerk bespreken
45:55min:  Basisinstructie
55-60min: Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Vragen stellen

Slide 2 - Woordweb

Studiewijzer HAVO
Studiewijzer VWO
Planning & Weektaak 
Lesverloop
0-5min: Start
5-15min: Check 
15-20min: Huiswerkvragen inventariseren
20-45min: Huiswerk bespreken
45:55min:  Basisinstructie
55-60min: Afsluiting
Leerdoelen
4H:
Je kan rekenen aan eenparig versnelde bewegingen in de vorm van een vallend voorwerp
Je kan alle leerdoelen van week 2-3 ook in deze context gebruiken (grafieken, formules)

4V:
  • Je kan de volgende bewegingen herkennen: eenparige rechtlijnige beweging, eenparig versnelde of vertraagde beweging, vrije val, valbeweging met wrijving; 
  • Je kan de formule voor de vrije-val afleiden;
  • Je kan het verband van luchtweerstand toepassen op valbewegingen;
Lesverloop
0-5min: Start
5-15min: Check 
15-20min: Huiswerkvragen inventariseren
20-45min: Huiswerk bespreken
45:55min:  Basisinstructie
55-60min: Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Vragen over weektaak

Slide 4 - Woordweb

Controle check en voorbereiding

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1
A
45 m
B
55 m
C
22,5 m
D
17,5 m

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 2:
...... m

Slide 7 - Open vraag

Vraag 3
A
A
B
B

Slide 8 - Quizvraag

Soort beweging?
Formule uit de grafiek (afstand)

Slide 9 - Tekstslide

2

Slide 10 - Video

01:23
Wat gebeurt er?
A
De bal valt sneller
B
De veer valt sneller
C
De veer en bal vallen even snel
D
Geen idee

Slide 11 - Quizvraag

02:47
Wat gebeurt er?
A
De bal valt het snelst
B
De veer valt het snelst
C
De bal en veer vallen even snel
D
Er gebeurt niets

Slide 12 - Quizvraag

Valversnelling
Alle dingen op aarde vallen zonder luchtweerstand met dezelfde versnelling
a = g =9.81 m/s^2
Fz = m * g
elke seconden komt er 9.81 meter per seconde aan snelheid bij
Rekenvoorbeeld: Een bowlingbal maakt een vrije val van 10 seconden en raakt de grond. Met welke snelheid raakt hij de grond? En van hoe hoog is hij gevallen?

Slide 13 - Tekstslide


Vallende voorwerpen ondervinden luchtweerstand
Luchtweerstand neemt toe met de snelheid
Fw,l = kv² 

Vallende voorwerpen bereiken uiteindelijk een constante snelheid
Val zonder luchtweerstand heet een ´vrije val´

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord

Slide 16 - Tekstslide

Welke beweging wordt hier uitgevoerd?
A
Een botsende auto
B
Een vallende parachutespringer
C
Een afremmende fietser
D
Een dwarrelen veertje

Slide 17 - Quizvraag