De Tweede Wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

De Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Fascisme
  • Politieke stroming bedacht door Mussolini: Italiaanse machthebber.
  • Dictator aan de macht in plaats van een democratie.
        --> = een persoon die alle macht in handen heeft en zelf beslissingen maakt. 
        --> Democratie is hiervan het tegenovergestelde, daarin heeft het volk juist inspraak.
  • Recht van de sterkste: de zwakken worden niet geholpen, zodat alleen de sterksten overblijven.
  • Het belang van het land gaat voor de mensen en daarom moet iedereen meewerken aan het belang van de staat , met als doel, dat iedereen hetzelfde ging denken. 
  • Het fascisme streeft naar de volledige controle op elk gebied van iemands leven. 

Slide 2 - Tekstslide

Nationaalsocialisme
  • Een vorm van fascisme met vooral veel haat naar andere rassen en stromingen.
  • Haat aan het communisme: politieke stroming waarin geen politieke en economische    verschillen bestaan. 
  • Haat aan persoonlijke vrijheid: onderdeel van het volk.
  • Haat aan Joden: Antisemitisme. 
  • Sterke nationalistische gevoelens.
         --> Trots op je eigen land.
         --> Chauvinisme: eigen land is het beste, weinig respect voor andere landen en culturen.
         --> Verheerlijking van Duitsland.
  • Ander woord voor nationaalsocialisme was ook wel nazisme.
  • Swastika of hakenkruis
     

Slide 3 - Tekstslide

Nationaalsocialisme: Kenmerken
  •  Mensen zijn ongelijk.
         --> Hogeren moeten de leiding geven.
  • Totalitaire samenleving: de overheid bepaald alles.
        --> Rijkscultuurkamer: Door Joseph Goebbels.
                --> Geen culturele vrijheid meer, maar indoctrinatie.
  • Geweldsverheerlijking.
        --> Oorlog is de oplossing van alles.
  • Lebensraum.
        --> Veroveren van levensruimte voor de Duitsers.
        --> Alle Duits sprekende volken in een land, het Duitse Rijk.
  • Rassenleer.

Slide 4 - Tekstslide

De Totalitaire staat Duitsland
Totalitaire staat: Een manier van regeren waarbij de staat het leven van de mensen van een land volledig beheerst.

  • Hoe kan dit ontstaan in Duitsland?
Alles kwam onder controle te staan van de nazi's.

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken Totalitaire Staat
  • Eén partij.
  • Gebruik van propaganda en censuur. 
  • Controle van Nazi's.
  • De jeugd werd geïndoctrineerd: Het systematisch aanleren en opdringen van ideeën van een bepaalde groep of partij.

Slide 6 - Tekstslide

Hitlers buitenlandpolitiek
Vanaf 1933 vergrootte Hitler de macht van Duitsland in 3 stappen: 

1. Terugdraaien Verdrag van Versailles
2. Uitbreiden Duits leger
3. Uitbreiden van het Duitse Rijk

Slide 7 - Tekstslide

vanaf 1933: hitlers plan
  • Terugdraaien verdrag van Versailles*
  • Uitbreiden Duitse Rijk (1938 Oostenrijk)*
  • Sluiten bondgenootschap en niet-aanvalsverdrag*

Slide 8 - Tekstslide

Terugdraaien Verdrag van Versailles
  • Hitler betaalde geen herstelbetalingen meer.
  • 1936: in Rijnland zetten Hitler soldaten neer.

Slide 9 - Tekstslide

Uitbreiden Duitse rijk
  • 1938: Anschluss: Oostenrijk bij Duitsland gevoegd.
  • 1938: Sudeten Duitsland moest bij Duitsland gevoegd worden

Conferentie van München: Bijeenkomst in 1938 waarbij Groot-Brittannië en Frankrijk toestonden dat Hitler Sudetenland innam, op voorwaarde dat Hitler zou afzien van verdere veroveringen*

Slide 10 - Tekstslide

bondgenootschappen en niet aanvalsverdrag
As-mogendheden: Duitsland, Italië en Japan: de landen die elkaar tijdens de Tweede Wereldoorlog als bondgenoten steunden.

niet aanval-verdrag met Sovjet Unie

Duitsland wil niet in  in 2 fronten oorlog komen: dus daarom maar een verdrag met een Communist

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hitlers veroveringstochten in Europa en Azië.

1939: Tsjecho-Slowakije ingenomen.. daarna Polen binnengevallen.

=> officieel begin van Tweede Wereldoorlog.

1940: aanval op Nederland, België en Frankrijk


Slide 13 - Tekstslide

Bezetting Europa

Slide 14 - Tekstslide


Blitzkrieg in West-Europa
april-juli 1940




  • Blitzkrieg = snelle manier van oorlogsvoeren
  • Nederland, België en Frankrijk worden aangevallen
  • Hoe? Door bombardementen en tanks

Slide 15 - Tekstslide

Pearl Harbor

Slide 16 - Tekstslide

Aanval op Polen
1939 - officiële begin van WO2
Hitler en Stalin sluiten een niet-aanvalsverdrag en verdelen Polen.
- Stalin blij:
Was wantrouwig t.a.v. anti-communistische geallieerden, die hem niet hadden uitgenodigd voor de conferentie van München.
Tijd om te herbewapenen
Buffergebied tegen eventuele Duitse aanval

- Hitler blij:
Rust aan het Oostfront, pijlen richten op het Westen
Succesvolle Ostfront Politik (levensraum)

- Geallieerden in shock (nooit verwacht) Fascisten en Bolsjewieken zijn normaal gesproken aartsvijanden

Slide 17 - Tekstslide

Battle of Britain
juli - oktober 1940


De Duitse aanval op Groot-Brittannië. Mede dankzij de uitvinding van de radar weet Groot-Brittannië zich te weren tegen Duitsland.
Ook de strategisch goede ligging geeft een voordeel.

Het betekent niet dat de Britten van Duitse bombardementen af zijn...

Slide 18 - Tekstslide





...gedurende de hele oorlog zal Engeland, met name London, zwaar worden gebombardeerd. Eerst door bommenwerpers, maar later ook door de V1- en V2-raketten.

Slide 19 - Tekstslide





De bevolking van London schuilt in de Underground bij een Duitse luchtaanval. Daarnaast had de Britse regering evacuatieplan: 'Pied Piper', waarbij voornamelijk kinderen, moeders en zwangere vrouwen naar het veilige platteland zouden worden gestuurd.

Slide 20 - Tekstslide

Winston Churchill
  • Minister president van Groot Brittannië tijdens de Tweede Wereldoorlog
  • Wist de bevolking met zijn toespraken te inspireren en moed in te spreken
  • Was alcoholist, rookte veel te veel sigaren en maakte met iedereen ruzie

Slide 21 - Tekstslide

Kenmerkende fasen in de Duitse aanvallen
1. Luchtbombardement op Rotterdam - 1940 Nazi-Duitsland gebruikt terreurbombardementen op burgerdoelen. Hierdoor zijn snelle militaire vorderingen mogelijk (Blitzkrieg)
2. Battle of Britain - 1940 Duitsers proberen ook Engeland (G.B.) te veroveren, maar het lukt niet om een luchtoverwicht te krijgen
3. Operatie Barbarossa - Uiteindelijk valt Hitler toch Rusland aan in 1941

Slide 22 - Tekstslide

Blitzkrieg (snelle aanval)
Oost-Europa
West-Polen wordt ingelijfd door Duitsland
Oost-Polen wordt van de Sovjet-Unie
Operatie Barbarossa: gruwelijk en etnische zuiveringen

West-Europa
April '40: Denemarken en Noorwegen
Mei '40: NL, België en Frankrijk capituleren door terreurbombardementen
Battle for Britain -> tweefrontenoorlog

Slide 23 - Tekstslide

Operatie Barbarossa
Tekstballon: Vergeef me kameraad (vriend, maar ook de naam die Bolsjewieken elkaar gaven), maar het scheen zo'n goede gelegenheid!

Wat wil de maker van deze cartoon met zijn afbeelding zeggen?
Wie zijn deze heren?
Wat gebeurt er op de afbeelding?
Welke attributen (voorwerpen) zie je?

Slide 24 - Tekstslide

Neurenberg wetten
De Burgerschapswet gaf regels rond het Duitse staatsburgerschap en bepaalde wie Duitser was en wie niet. Duitser was hij/zij die Duits "bloed" had en door zijn/haar daden het vaderland diende


De Wet ter Bescherming van het Duitse Bloed en de Duitse Eer verbood alle seksuele relaties, huwelijken, tussen niet-Joodse Duitsers en Joden. Bestaande huwelijken bleven geldig


De Rijksvlaggenwet behelsde het voeren van de hakenkruisvlag als Duitse Rijksvlag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Geallieerden
Asmogendheden
            Churchill                      De Gaulle
Roosevelt                                       Stalin

Slide 28 - Tekstslide

Duitse verliezen in West-Europa
  • 7 december 1941: Japan valt Pearl Harbour aan in Amerika -> Amerika verklaart oorlog aan Japan -> Dui verklaart de oorlog aan Amerika
  • 6 juni 1944: D-Day
Geallieerde invasie op de stranden van West-Frankrijk, Normandië.
Daarna bevrijden ze Frankrijk, België en Nederland (eerst alleen Zuid-Nederland)
  • 8 mei 1945: Duitse capitulatie

Slide 29 - Tekstslide

Aanval op Pearl Harbor

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Pearl Harbour
In 1942 vallen de vliegtuigen van de Japanse vloot de Amerikaanse marinebasis in Pearl Harbour op Hawaii aan.

Vanuit de gedachte: De eerste klap is een daalder waard 

Amerika in schok achterlaten, snel Azië verder veroveren en verdedigen. Hopen dat de (vele malen sterkere) Amerikanen het erbij zouden laten.

Slide 32 - Tekstslide

D-day
6 juni 1944

De Westerse geallieerden landen op de stranden van Normandië en beginnen op te rukken richting Duitsland.

Slide 33 - Tekstslide

Duitse verliezen in Oost-Europa
1942: Duitse soldaten gaan naar Stalingrad en rode leger verdedigt fanatiek 
-> bloedigste slag uit de geschiedenis


Begin 1943: eerste grote verlies van Duitsland -> keerpunt voor Duitsland

Januari 1944: eind Duitse belegering Leningrad

Januari 1945: Sovjetsoldaten trekken Oost-Pruisen binnen en hun wraak was gruwelijk


Slide 34 - Tekstslide

Aanval vanuit Oost- en West-Europa

Slide 35 - Tekstslide


Operatie Barbarossa
juni - december 1941






Ondanks het niet-aanvalsverdrag van 1939, valt Duitsland de Sovjet-Unie aan:
Hitler heeft de 'Lebensraum' en de grondstoffen nodig voor zijn volk.

Slide 36 - Tekstslide

Operatie Barbarossa

Stalin wordt totaal verrast

Operatie Barbarossa.
Stalin is verrast. 

Slide 37 - Tekstslide



  • Tijdens het veroveren van Oost-Europa wordt geëxperimenteerd met het doden van grote groepen Joden
  • In Oost-Europa wonen miljoenen Joden, met name in Polen, de Oekraïne en Rusland. Ook de niet-Joden in deze gebieden worden als Üntermenschen gezien
  • Veel executies gebeuren door de SS-Einsatzgruppen

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Tot het eerste keerpunt van de Tweede Wereldoorlog:
De slag om Stalingrad

Slide 40 - Tekstslide