1 vmbo-kgt thema 2.4 Organen en cellen: De celkern
Tekst
Tekst
Verteringstelsel
Beenderenstelsel
Spierenstelsel
Bloedvatenstelstel
Ademhalingstelsel
Zenuwstelsel
1 / 24
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Tekst
Tekst
Verteringstelsel
Beenderenstelsel
Spierenstelsel
Bloedvatenstelstel
Ademhalingstelsel
Zenuwstelsel
Slide 1 - Sleepvraag
Enkele organen zijn: maag - slokdarm - lever
Tot welk organenstelsel behoren deze organen?
A
ademhalingsstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een orgaanstelsel?
A
een groepje organen
B
een groep samenwerkende cellen
C
een ander woord voor organisme
D
een groep samenwerkende organen
Slide 3 - Quizvraag
Thema 2 Organen en cellen
2.4 De celkern
Slide 4 - Tekstslide
wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les: 2.3 Cellen
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 2.4 De celkern
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen
Slide 5 - Tekstslide
Kijk goed naar de afbeelding. Hoe heet deel 3?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma
Slide 6 - Quizvraag
Kijk goed naar de afbeelding. Hoe heet deel 6?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma
Slide 7 - Quizvraag
Kijk goed naar de afbeelding. Hoe heet deel 8?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma
Slide 8 - Quizvraag
Kijk goed naar de afbeelding. Cel a is een ... cel
A
dierlijke
B
plantaardige
Slide 9 - Quizvraag
Kijk goed naar de afbeelding. Cel b is een ... cel
A
dierlijke
B
plantaardige
Slide 10 - Quizvraag
leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je de kenmerken van chromosomen noemen
Slide 11 - Tekstslide
Inleiding
Van een baby wordt wel eens gezegd: "Hij lijkt op zijn vader" of "ze heeft de ogen van haar moeder".
Een kind erft eigenschappen van zijn ouders.
Slide 12 - Tekstslide
Alle cellen van planten en dieren hebben een celkern.
De celkern regelt wat er in de cel gebeurt.
Slide 13 - Tekstslide
In de celkern liggen chromosomen.
Dit zijn lange, dunne draden.
Mensen hebben in elke celkern 46 chromosomen.
Slide 14 - Tekstslide
Chromosomen kun je niet zien, behalve als een cel zich gaat delen.
Dan worden de chromosomen korter en dikker.
Je kunt ze dan zien onder een microscoop.
Slide 15 - Tekstslide
De celkern
De kleur van je ogen en de vorm van je neus, krijg je van je ouders.
Deze eigenschappen noem je erfelijke eigenschappen.
Slide 16 - Tekstslide
De celkern
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA. DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen.
De helft van die informatie komt van je vader en de helft komt van je moeder. Elke cel van je lichaam bevat de informatie voor al je erfelijke eigenschappen.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
2.4 De celkern
Welke eigenschappen je precies krijgt in je leven, heeft niet alleen te maken met je DNA.
Ook je omgeving en je leefwijze hebben invloed.
Hoe lang je wordt, heeft bijvoorbeeld ook te maken met wat je eet.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
VRAGEN??
Slide 22 - Tekstslide
Aan het werk!
Wat? 2.4 celkern- opdrachten maken t/m de + opdracht
Waar? Boek A of je online boek
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman.