In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Welke vormen van energie zijn er
Energie kan worden omgezet van de ene in een andere vorm
Dit kan worden weergegeven in een energieschema
Slide 3 - Tekstslide
Een warmtebron is een voorwerp of apparaat dat warmte levert
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Welke brandstoffen ken je?
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Welke soorten energie ken je nog meer?
Slide 12 - Woordweb
Fossiele brandstoffen
zijn planten die miljoenen jaren geleden omgezet zijn in steenkool, aardolie en aardgas. In fossiele brandstoffen zit chemische energie die is ontstaan. Uit aardolie wordt bv. benzine, kerosine, diesel en LPG gemaakt.
Slide 13 - Tekstslide
Omzetten naar Elektrische energie
In zonnecellen en elektriciteitscentrales onstaan elektrische energie.
Slide 14 - Tekstslide
Hoe ziet het energieschema eruit bij een windmolen?
A
chemische energie --> windmolen --> elektrische energie
B
stralingsenergie --> windmolen --> electrische energie
C
bewegingsenergie -> windmolen --> electrische energie
D
kernenergie --> windmolen --> electrische energie
Slide 15 - Quizvraag
Stelling: Bij een stuwmeer wordt ook bewegingsenergie omgezet (met een waterrad) tot electrische energie
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Wat is geen brandstof?
A
aardgas
B
steenkool
C
elektriciteit
D
hout
Slide 17 - Quizvraag
Welk energie-stroomdiagram hoort bij het koken van water in een waterkoker?
A
Chemische energie --> warmte
B
Elektrische energie --> warmte
C
Bewegingsenergie --> warmte
D
Stralingsenergie --> warmte
Slide 18 - Quizvraag
Aardolie:
T1: Aardolie is een fossiele brandstof. Wat zijn nog meer fossiele brandstoffen?
A
Steenkool & LPG
B
Stookolie & LPG
C
Aardgas & Stookolie
D
Steenkool & Aardgas
Slide 19 - Quizvraag
Vragen?
Slide 20 - Tekstslide
Vind je dit makkelijk (0) of moeilijk (100)?
Slide 21 - Poll
Huiswerk
Opgaven bij paragraaf 5.1
Opgave 1 t/m 16 LET OP: DOE opdrachten niet maken.