L23: Kranten en rubrieken

pag. 247 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

pag. 247 

Slide 1 - Tekstslide

Deel 1 : Enquête

Slide 2 - Tekstslide

Welke krant(en) wordt (worden) er bij jou thuis gelezen?

Slide 3 - Woordweb

Lees jij zelf soms wel eens een krant (op papier of online)?
nooit
een of twee keer per week
drie tot vier keer per week
(bijna) elke dag

Slide 4 - Poll

Hoe lees jij een krant?
-  de volledige krant
- enkel het voorpaginanieuws
- doorbladeren tot interessante kop
- enkel de koppen, niet de artikels
- enkel de artikels die (online) gratis zijn
- enkel artikels uit een bepaalde rubriek, namelijk...

Slide 5 - Tekstslide

Welke onderwerpen interesseren jou het meest?
binnenlands nieuws
buitenlands nieuws
regionaal nieuws
politiek
wetenschap en gezondheid
economie en financiën
sport
lifestyle en mode
showbizz en celebrity's
andere ...

Slide 6 - Poll

Nieuws en informatie
Maak oef. a, b en c.
(onderaan pag. 247)
pag. 247-248
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijk je antwoord nu met die van je buur. 



a. Zijn er gelijkenissen of verschillen? 
b. Stel elkaar 2 vragen over media, nieuws en de krant.
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Op welke manieren kom je aan nieuws?
Ik volg het nieuws...
Ik lees de krant.
op de televisie.
op de radio
via websites
via de stream op sociale media

Slide 9 - Poll

Hoeveel minuten per dag spendeer je gemiddeld aan het lezen/bekijken van nieuws?

Slide 10 - Open vraag

Deel 2: Verschillende kranten

Slide 11 - Tekstslide


Lees de twee artikels over hetzelfde onderwerp.
Vergelijk ze met elkaar door vragen 1 t.e.m. 4 te beantwoorden.
DUO
pag. 248-249
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke titel klinkt het meest neutraal?
tekst A
tekst B

Slide 15 - Poll

In welk artikel is het taalgebruik het meest sensationeel?
tekst A
tekst B

Slide 16 - Poll

Tekst A is sensationeler.
Waarom? Geef voorbeelden uit de tekst.

Slide 17 - Woordweb

Werk per twee. Vergelijk de inhoud van de artikels. Waarop ligt de nadruk?
Tekst A: ... Tekst B: ...

Slide 18 - Open vraag

Welk artikel komt uit De Standaard?
tekst A
tekst B

Slide 19 - Poll

Waarom denk je dat?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Beschrijf de lay-out van de voorpagina's.
pag. 250
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

De Standaard
Het Laatste Nieuws
"Dokter wilde Saelens dood"
Puzzelen om kankerpatiënten de broodnodige zorg te geven

Slide 23 - Sleepvraag

Welke voorpagina hoort bij welke krant?

Slide 24 - Tekstslide

Oefening 8
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Oefen verder
Diddit, Smartschool

Slide 26 - Tekstslide

Deel 3: Rubrieken in de krant
pag. 252

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

1. Ontdek de krant.
2. Welke rubrieken vind je allemaal terug?

3. Vergelijk met je buur jullie kranten.
3 a. Hebben jullie kranten dezelfde rubrieken?
3 b. Waarin verschillen ze?
pag. 252

Slide 29 - Tekstslide

Een kleine quiz

Slide 30 - Tekstslide


A
politiek en buitenland
B
sport
C
binnenland en regionaal nieuws
D
celebrity's en showbizz

Slide 31 - Quizvraag


A
economie en financiën
B
cultuur
C
binnenland en regionaal nieuws
D
buitenland + wetenschap en gezondheid

Slide 32 - Quizvraag


A
sport
B
cultuur
C
celebrity's en showbizz
D
buitenland + wetenschap en gezondheid

Slide 33 - Quizvraag


A
politiek en buitenland
B
cultuur
C
economie en financiën
D
buitenland + wetenschap en gezondheid

Slide 34 - Quizvraag


A
politiek en buitenland
B
binnenland
C
economie en financiën
D
sport

Slide 35 - Quizvraag


A
politiek en buitenland
B
binnenland en regionaal nieuws
C
celebrity's en showbizz
D
cultuur

Slide 36 - Quizvraag


A
politiek en buitenland
B
binnenland en regionaal nieuws
C
celebrity's en showbizz
D
cultuur

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide