2TL - Bijvoeglijke bepaling H4

NEDERLANDS

Nieuw Nederlands - klas 2
Maandag 16 april 2018
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS

Nieuw Nederlands - klas 2
Maandag 16 april 2018

Slide 1 - Tekstslide

Voorlezen

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Tekstslide

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is de persoonsvorm?
A
In de lente
B
alle vogels
C
beginnen
D
een nest

Slide 4 - Quizvraag

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
In de lente
B
alle vogels
C
een nest
D
beginnen te maken

Slide 5 - Quizvraag

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is het onderwerp?
A
voor hun jongen
B
beginnen
C
alle vogels
D
een nest

Slide 6 - Quizvraag

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
voor hun jongen
B
beginnen
C
alle vogels
D
een nest

Slide 7 - Quizvraag

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
voor hun jongen
B
beginnen
C
alle vogels
D
een nest

Slide 8 - Quizvraag

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
A
voor hun jongen
B
beginnen te maken
C
alle vogels
D
In de lente

Slide 9 - Quizvraag

Wat wist je nog?

Was het moeilijk om deze vragen te beantwoorden?
Dit was een herhaling van wat je al weet of zou moeten weten.

In deze les gaan we er nog iets bij leren, namelijk de
BIJVOEGLIJKE BEPALING

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1

Maak opdracht 1 op bladzijde 148 van je boek.
Maak de opdracht in de volgende slide.

Typ je antwoorden in het tekstvak.

Slide 11 - Tekstslide

Typ hieronder je vier antwoorden van opdracht 1

Slide 12 - Open vraag

De bijvoeglijke bepaling

Op bladzijde 148 van je boek wordt de bijvoeglijke bepaling uitgelegd. Lees deze uitleg aandachtig.

In de volgende slide wordt de bijvoeglijke bepaling nog een keer helder uitlgelegd.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Snap je nu wat een
bijvoeglijke bepaling is?
A
JA
B
NEE
C
Een beetje

Slide 15 - Quizvraag

De bijvoeglijke bepaling
Om te oefenen met de bijvoeglijke bepaling maak je nu 
de opdrachten 2 - 3 -4.

Je maakt deze opdrachten in je schrift.
Wanneer je klaar bent kun je een nakijkblad ophalen 
en kijk je je werk goed na.

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel fouten heb je gemaakt in deze drie opdrachten?
A
minder dan 3
B
tussen 3 en 8
C
tussen 8 en 12
D
meer dan 12

Slide 17 - Quizvraag

De bijvoeglijke bepaling

Heb je behoefte aan een korte herhaling over 
de theorie van de bijvoeglijke bepaling? 

Bekijk dan het filmpje op de volgende slide.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

De bijvoeglijke bepaling
Om te oefenen met de bijvoeglijke bepaling maak je nu 
de opdrachten 5 en 6.

Je maakt deze opdrachten in je schrift.
Wanneer je klaar bent kun je een nakijkblad ophalen 
en kijk je je werk goed na.

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel fouten heb je gemaakt in deze twee opdrachten?
A
minder dan 3
B
tussen 3 en 8
C
meer dan 8

Slide 21 - Quizvraag

Hoe vond je het om op deze
manier te werken?

Slide 22 - Open vraag

Extra oefenen

Als je meer wilt oefenen over de bijvoeglijke bepaling, 
dan haal je nu een werkblad op bij je docent.

Slide 23 - Tekstslide

Extra uitdaging

Als je de opdrachten uit je boek goed hebt gemaakt, 
dan begrijp je de basis.
Je kunt du door met oefenen. Daarvoor maak je de sterropdrachten. Opdracht 7-8-9 op blz. 150 van je boek.
Als je hiermee klaar bent, dan haal je een nakijkblad op 
en kijk je je werk na.

Slide 24 - Tekstslide