Terugblik sociale problematiek
1 / 31
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Maar nu even naar de start van de les.
We hebben vaak berichten in het nieuws gezien over oorlog. als er gesproken wordt over oorlog dan hoor je vaak ook over vluchtelingen en asielzoeker.
We hebben vaak berichten in het nieuws gezien over oorlog. als er gesproken wordt over oorlog dan hoor je vaak ook over vluchtelingen en asielzoeker.
Wat is sociologie?
A
Het bestudeert de manier waarop mensen
samenleven.
B
Het bestudeert de verschillende fases in het leven
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarover gaat sociale problematiek ?
A
mensen in langdurige probleem situaties of achterstandsituaties
B
Het gaat om de omgevingsfactoren
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Benoem 2 kenmerken van sociale problematiek
Slide 6 - Open vraag
Een probleem dat maatschappelijk bepaald is.
Het probleem betreft kleine en grote groepen in de maatschappij.
De problematiek is vaak de oorzaak voor achterstand.
Het kan niet makkelijk worden opgelost.
Risico op andere problemen
Kinderen hebben hetzelfde sociale problematiek van ouders.
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke beschermende factoren kan je inzetten voor een kind die verwaarloosd wordt?
Slide 8 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Benoem 4 voorbeelden van sociale problemen
Slide 10 - Open vraag
Vluchtelingen, amoede , echtscheiding, kindermishandeling
Wat is een minimuminkomen
A
Het grootste bedrag waar een gezin per maand recht op heeft
B
Het kleinste bedrag waar een gezin per maand recht op heeft
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een kenmerk van armoede?
A
Controle hebben
B
Schaamte
C
Betaalbare producten kopen
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is echtscheiding ?
A
Het beëindigen van je relatie als je getrouwd bent .
B
Als een relatie eindigt wanneer de liefde voorbij is.
C
Als een relatie eindigt wanneer iemand overleden is.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vanaf welke leeftijd heeft een kind inspraak bij een scheiding?
A
10 jaar
B
9 jaar
C
11 jaar
D
12 jaar
Slide 14 - Quizvraag
Ze mogen meebeslissen van de rechter,
Maar ouders hebben nog steeds tot 18 jaar. Dus hun beslissen wat met hun kind gebuerd.
Maar ouders hebben nog steeds tot 18 jaar. Dus hun beslissen wat met hun kind gebuerd.
Wat is de juiste betekenis van werkloosheid?
A
Als de persoon tegen de bedoeling in geen betaald werk heeft.
B
Als een persoon langdurig geen baan heeft
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarvoor staat de afkorting uvw
A
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
B
Het Uitvoeringsinstituut
en verzekeringen
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat regelt uwv?
Slide 17 - Open vraag
Helpt mensen een nieuwe baan te vinden.
Beoordeelt of werklozen een uitkering kunnen krijgen.
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke soorten mishandelingen zijn er?
Slide 19 - Open vraag
- ouderenmishandeling
-partnergeweld
- kindermishandeling
( huiselijk geweld)
- psychisch / geestelijk /mentaal
- fysiek / lichamelijk
verwaarlozing
- sexueel misbruik
- (financiele) uitbuiting
- eergerelateerd geweld
- huwelijksdwang
- achterlaten
Slide 20 - Tekstslide
eer/ je goede reputatie
Wat zijn de stappen van meldcode?
Slide 21 - Woordweb
1.Breng signalen in kaart.
2.Overleg met een collega. Raadpleeg eventueel Veilig Thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling.
3.Ga in gesprek met de betrokkene(n).
4.Weeg het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Neem bij twijfel altijd contact op met Veilig Thuis.5.Neem een beslissing. Is melden noodzakelijk? Of is hulp verlenen of organiseren (ook) mogelijk?
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Iemand die nog niet de nationaliteit heeft van het land waar hij/zij woont
A
Illegaal
B
asielzoekers
C
Vreemdeling
D
Vluchteling
Slide 23 - Quizvraag
Op een vreemdelingendocument staat de identiteit en nationaliteit van een persoon. Ook laat het document zien of iemand rechtmatig in Nederland is.
Een persoon die zonder rechtmatige status in een land verblijft
A
Illegaal
B
asielzoeker
C
Vreemdeling
D
Vluchteling
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Iemand die in een ander land vluchtelingstatus aanvraagt
A
Vluchteling
B
Asielzoeker
C
vreemdeling
D
Illegaal
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Iemand die zijn woongebied is ontvlucht uit vrees voor geweld of voor zijn leven
A
Vluchteling
B
Asielzoeker
C
vreemdeling
D
Illegaal
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom vluchten mensen?
Slide 27 - Woordweb
Redenen voor geweld of onderdrukking kunnen zijn:
Ras Oorlog (Oekraïne)
Godsdienst ( Joden) Aardbeving
Nationaliteit Tsunami
Politieke overtuigingen
Seksuele voorkeur ( Rusland)
Hoe worden deze mensen opgevangen is per land verschillend
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe ging het?
A
Ik wist alles nog
B
Ik wist nog redelijk veel
C
Ik was bijna alles vergeten
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 30 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 31 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
