symbolen en elektronen in een stroomkring

Symbolen en Elektronen in een stroomkring
paragraaf 1,2 en 3

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Symbolen en Elektronen in een stroomkring
paragraaf 1,2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat het verschil is in de bewegingsrichting van elektronen en van stroom.
2. Je kunt het verschil uitleggen tussen de eenheid en het component weerstand.
3. Je kunt de 3 speciale weerstanden benoemen en toelichten.
4. Je kunt de symbolen voor een stroomkring uitleggen.
5. Je kunt een stroomkring tekenen met minstens 3 componenten.

Slide 2 - Tekstslide

ophalen
van der Graaff generator

schrijf op: wat denk je dat er gaat gebeuren?

Slide 3 - Tekstslide

Elektronen in een stroomkring

Slide 4 - Tekstslide

Elektronen in een stroomkring

Stroomsterkte (in ampere) = hoeveelheid elektronen per seconde
Spanning (in volt) = Hoeveelheid energie in de elektronen

Slide 5 - Tekstslide

Elektronen in een stroomkring

Slide 6 - Tekstslide

Soorten verbruikers
-. lamp          

-. (electro) motor           

-. weerstanden       

Slide 7 - Tekstslide

3 speciale weerstanden

Slide 8 - Tekstslide

stroomkringen tekenen
1. Spanningsbron

2. Verbruiker

3. Stroomdraad


Slide 9 - Tekstslide

Tekenregels
1. Vaste schakelsymbolen voor onderdelen

2. Zo simpel mogelijk tekenen

3. lange kant van een batterij is + en de korte kant is -

Slide 10 - Tekstslide

Waarom zo schematisch?

Slide 11 - Tekstslide

Poster
Poster maken met soorten componenten in een stroomkring





-. ook het verschil tussen een ohmse en niet ohmse weerstand

-. Batterij

-. Lamp

-. Weerstand


-. Schakelaar

-. LDR

-. NTC en PTC

Slide 12 - Tekstslide

Poster
-. Schrijver; mag als enige tekst op de poster schrijven

-. Opzoeker; mag als enige het boek gebruiken om symbolen op te zoeken

-. Criticus; stelt moeilijke vragen en spoort zo alle fouten op

-. Organisatie; bewaakt de tijd en bepaald welke onderdelen eerst getekend worden

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat het verschil is in de bewegingsrichting van elektronen en van stroom.
2. Je kunt het verschil uitleggen tussen de eenheid en het component weerstand.
3. Je kunt de 3 speciale weerstanden benoemen en toelichten.
4. Je kunt de symbolen voor een stroomkring uitleggen.
5. Je kunt een stroomkring tekenen met minstens 3 componenten.

Slide 14 - Tekstslide

Voor morgen
Posterbeoordeling!

Zorg dat hij ingeleverd is met alle namen!

Slide 15 - Tekstslide