Berekeningen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Met procenten een getal berekenen
  • Percentages uitrekenen
  • Omrekenen van week naar maand
  • Omrekenen van maand naar week
  • Gemiddelde berekenen
  • Procentuele stijging of daling berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je met procenten een getal berekenen?
2 manieren: 
1. percentage ÷ 100 x totaal = te berekenen getal
2. verhoudingstabel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je inkomen is € 840,-
Daarvan spaar je 15%
Hoeveel spaar je dan?


1. percentage ÷ 100 x totaal = te berekenen getal
2. verhoudingstabel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomen is € 840,-
Daarvan spaar je 15%
Hoeveel spaar je dan?
Manier 1: 15 ÷ 100 × € 840 = 0,15 × € 840 = € 126

Manier 2:


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent is het?
Rekenen met procenten
Stel je wilt weten hoeveel procent korting de actie "drie halen, twee betalen" jou gaat opleveren of het rentepercentage op een lening. 

Op 2 manieren te berekenen:


Slide 6 - Tekstslide

Bij economie moet je vaak percentages uitrekenen. Bijvoorbeeld om een korting in procenten uit te rekenen of het rentepercentage op een lening.
Van een totaalbedrag moet je dan een gedeelte in procenten uitdrukken.
Manier 1: 

Manier 2: verhoudingstabel:


percentage = gevraagde aantal : totaal * 100% 

Slide 7 - Tekstslide

Je koopt een tas van normaal gesproken €75.
Je krijgt €30 korting. Hoeveel procent is dat? 
Bereken op 2 manieren
De normale prijs van een tas is € 75. Je krijgt € 30 korting. Hoeveel procent is dat?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijs tas: € 75. Korting: € 30 korting. Procent?

Manier 1: € 30 ÷ € 75 × 100% = 40%
Manier 2: 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen maand naar week

Slide 10 - Tekstslide

Eén jaar = 12 maanden = 52 weken.

Bij het omrekenen van een bedrag per week naar een bedrag per maand, of juist andersom, bereken je als tussenstap altijd het bedrag per jaar. Je kunt daarvoor een verhoudingstabel gebruiken.
Omrekenen van week naar maand





Je geeft € 15 per week uit in de kantine.
Dat is per maand?

Slide 11 - Tekstslide

Je geeft € 15 per week uit in de kantine.
Dat is per maand?
 € 15 × 52 ÷ 12 = € 65 per maand

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procentuele stijging of daling berekenen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding
Hoofdstuk 1 afgerond

Nu maken+ huiswerk: rekenopdrachten blz. 32+33

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies