Verplaats je in de volgende situatie en bedenk daarbij dat als er in een opdracht ‘je’, ‘jij’ of ‘jou(w)’ staat, je telkens je eigen naam en/of adres en/of postcode en/of woonplaats moet invullen.
Het lijkt soms wel of de prullenbak op jouw school nog uitgevonden moet worden. Het schoolplein ligt vaak vol met snoeppapiertjes, lege blikjes, half opgegeten boterhammen en andere etensresten. In het kader van ‘Opgeruimd staat stoer’, een lessenserie bij maatschappijleer over zorg voor de omgeving, besluit jij een kort artikel voor de schoolkrant te schrijven, waarmee je andere leerlingen oproept om deel te nemen aan een grote schoonmaakactie op school en in de naaste omgeving. Met de feestcommissie heb je afgesproken dat er maar liefst tien gratis entreekaarten voor het jaarlijkse schoolfeest beschikbaar worden gesteld. De kaarten gaan naar de leerlingen die het meeste zwerfvuil ophalen. De heer Maasbree, een van jullie conciërges, heeft aangeboden mee te helpen en te zorgen voor prikkers en vuilniszakken. Jij schrijft het artikel.
- In de inleiding vermeld je waarom je leerlingen oproept voor de actie.
- Vervolgens vertel je waar, wanneer en op welk tijdstip de schoonmaakactie plaatsvindt.
- Je maakt met ten minste drie verschillende redenen duidelijk waarom deze actie volgens jou noodzakelijk is.
- Uiteraard vermeld je ook wat de leerlingen kunnen verdienen en wat de rol van de conciërge in het geheel is.
- Vermeld dat alle leerlingen binnenkort een formulier ontvangen waarmee ze zich kunnen aanmelden.
- Eindig je artikel met een pakkende, zelf bedachte slotzin.
- Gebruik maximaal 100 woorden.