1.4 De stedelijke cultuur van Nederland

Regenten en vorsten
1.4 De stedelijke cultuur van Nederland
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Regenten en vorsten
1.4 De stedelijke cultuur van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

In deze paragraaf leer je:
  • hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur
  • hoe Europeanen hun kennis van de wereld gebruiken
  • welke religieuze vrijheid er was in Nederland
  • hoe wetenschap praktisch werd toegepast

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welvaart en cultuur

  • Regenten (rijke bestuurders), kooplieden en handelaren

  • Woonden in grote grachtenpanden ('De Gouden Bocht') in Amsterdam en/ of in grote buitenhuizen (aan de Vecht)

Slide 4 - Tekstslide


Schilderkunst

Ook in de schilderkunst is er een Gouden Eeuw. De rijke burgers hadden namelijk geld om kunst te laten maken. 

In andere landen waren vorsten, edelen en geestelijken degene die kunst kochten. In de Republiek was geen koning, de katholieke kerk was verboden en calvinisten wilden geen kunst in de kerk. 

Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Jan Steen en Frans Hals
zijn de belangrijkste Nederlandse schilders uit die tijd. 
Zij schilderden vooral portretten en scènes uit het dagelijks leven. 



Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Welvaart en cultuur 

  • Behalve schilderkunst bloeiden ook andere kunsten, zoals literatuur en bouwkunst.
  • Dichters,als Jacob Cats en architecten, zoals Van Campen die het Paleis op de Dam ontwierp, werden grote namen!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video


Atlas Major
1662




Door de Europese expansie nam de kennis over de wereld toe. 
De Amsterdamse Joan Blaeu brengt een grote hoeveelheid kaarten
en tekeningen uit, gebundeld in een serie boeken: de Atlas Major

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Calvinistische invloed
  • In de Republiek was meer vrijheid en tolerantie dan in andere landen.
  • Het calvinistische geloof van de gereformeerden was staatsgodsdienst.
  • De bestuurders van de Republiek vertelden de mensen niet hoe ze moesten leven of welke godsdienst ze moesten aanhangen.
  • Andere godsdiensten werden gedoogd: toegelaten. Het katholieke geloof was officieel verboden, maar katholieken mochten wel missen houden. 
  • Veel geleerden konden in de Republiek (meestal) schrijven wat ze wilden, zonder gevaar te lopen

Slide 11 - Tekstslide

Het nieuwe denken
  • Er zijn in de 17e eeuw nog veel meer wetenschappers die meer willen onderzoeken

  • De manier van denken onder wetenschappers is veranderd. Er wordt niet langer alleen op de bijbel en klassieke wetenschappers vertrouwd, de mensen willen zelf onderzoeken

  • Deze nieuwe manier van denken is de oorzaak van de wetenschappelijke revolutie

Slide 12 - Tekstslide

De kerk tegenover de wetenschap
  • De kerk was toen niet zo blij met deze nieuwe manier van denken

  • In de kerk was men er lang vanuit gegaan dat de zon om de aarde draaide. Maar Galileo Galileï dacht dat het andersom was

  • De kerk verbood Galileo om dit te verkondigen, anders zou hij op de brandstapel terecht komen

Slide 13 - Tekstslide

Newton ontdekt de zwaartekracht
  • Isaac Newton zei dat grotere voorwerpen kleinere aantrekken. Een appel valt dus naar de aarde, omdat de aarde groter is dat de appel

  • De maan is ook kleiner dan de aarde, toch valt de maan niet naar benenden. Dit komt omdat de maan op een grote afstand staat en om de aarde heen draait

  • Newton beschrijft nog meer regels in de natuur zoals de zwaartekracht. Deze regels noemen we natuurwetten.

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Wetenschap en toepassing
  • Rijke inwoners van de Republiek konden studeren aan universiteiten.
  • Wetenschappers delen kennis en de resultaten van hun onderzoeken.
  • Ontdekkingen werden praktisch toegepast en leidden tot nuttige uitvindingen. Regeringen steunden daarom de wetenschap.
  • Bekende Nederlandse wetenschappers waren Christiaan Huygens en Antoni v, Leeuwenhoek

Slide 16 - Tekstslide

In deze paragraaf leer je:
  • hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur
  • hoe Europeanen hun kennis van de wereld gebruiken
  • welke religieuze vrijheid er was in Nederland
  • hoe wetenschap praktisch werd toegepast

Slide 17 - Tekstslide

Noem een bekende schilder uit de Republiek in de 17e eeuw

Slide 18 - Open vraag

Wat was er zo bijzonder aan de schilderkunst uit de Republiek?
A
Koningen gaven de opdracht
B
Er werden heel normale dingen geschilderd
C
Er werden alleen portretten van koningen geschilderd
D
Burgers gaven de opdracht

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent gedoogd?

Slide 20 - Open vraag

Wie waren er niet blij met de nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen?
A
Koningen
B
Burgers
C
De kerk
D
Kunstenaars

Slide 21 - Quizvraag

Waarmee is Isaac Newton bekend geworden?

Slide 22 - Open vraag