Democratie (Talland 2024) PB BBL

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

             POLITIEK  

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Korte terugblik
  • Politieke Dimensie uitleggen
  • Lesdoelen bespreken 
  • LessonUp 
  • Pauze 
  • Opdracht grondwet maken
  • Feedbackronde/vooruitblik
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoel


  • Aan het einde van de les weten jullie wat een parlementaire democratie is en wat de kenmerken van een parlementaire democratie zijn.
  • Jullie weten enkele regels uit de Grondwet

Slide 13 - Tekstslide

Politiek
Het besturen van een land of gebied.

Slide 14 - Tekstslide

Politiek
Welk probleem moet de politicus proberen op te lossen?

Voor welke keuze staat de politicus?
Met welke meningen en belangen krijgt de politicus te maken?

Slide 15 - Tekstslide

Noem een aantal politieke onderwerpen
(check de krant)

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Democratie

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Parlementaire democratie
  • Een vorm van democratie waarbij burgers kunnen stemmen op volksvertegenwoordigers in het parlement (eerste en tweede kamer) die het land besturen.
  • Een vorm van indirecte democratie
  • Burgers hebben via volksvertegenwoordigers in het parlement invloed  op politieke kwesties.
  • De belangrijkste politieke keuzes worden in het parlement gemaakt.



Slide 20 - Tekstslide

Indirecte Democratie

Slide 21 - Tekstslide

De indirecte democratie 
De indirecte democratie (representatieve / vertegenwoordigende democratie) is de regeringsvorm waarbij de bevolking vertegenwoordigers kiest die vervolgens het bestuur uitvoeren. In Nederland kennen we deze volksvertegenwoordiging als de Tweede Kamer.  Deze wordt om de vier jaar democratisch gekozen, vertegenwoordigt de bevolking, neemt wetten aan en controleert de regering

Slide 22 - Tekstslide

Directe democratie
Directe democratie
De inwoners van een land nemen zelf politieke beslissingen.
Een referendum is een vorm van directe democratie waarbij de bevolking stemt over een politieke keuze.
Bijvoorbeeld het referendum over de brexit (2016)

Slide 23 - Tekstslide

Aristocratie en Theocratie
Aristocratie
de macht in handen van een elite: de rijken, van adel, of hoogopgeleiden
bijvoorbeeld: Nederland in de 19e eeuw

Theocratie
Godheid wordt als hoogste macht gezien
religieuze leiders vertegenwoordigen die godheid
bijvoorbeeld: Iran met de Ayatollah Ali Khameini


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Parlementaire democratie
Kenmerken:

1. Volksvertegenwoordigers
Er is een volksvertegenwoordiging
Burgers die het volk vertegenwoordigen in het parlement en politieke macht hebben..

2. Er is een grondwet
De macht van volksvertegenwoordigers burgers etc. staat vastgelegd in de grondwet 


3.  Democratische besluitvorming
Politieke besluiten worden genomen op basis van stemmen




4. Grondrechten
Burgers hebben recht op privacy, vrijheid van meningsuiting, godsdienst etc.. 


5. Vrije verkiezingen 
Burgers stemmen anoniem en op de volksvertegenwoordigers wie ze willen



6. Iedereen is gelijk
Alle burgers zijn voor de wet gelijk; er is respect voor minderheden.   


7. Trias Politica
Scheiding der Machten  

Slide 26 - Tekstslide

Waar bestaat de regering uit?
A
Koning en de ministers
B
De ministers
C
De ministers en eerste kamer
D
De ministers en tweede kamer

Slide 27 - Quizvraag

Waar bestaat het kabinet uit?
A
Ministers en Koning
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Alleen de ministers
D
Premier en Ministers

Slide 28 - Quizvraag

Noem een dictator

Slide 29 - Woordweb

Slide 30 - Tekstslide

Democratie
Dictatuur
Het volk heeft de macht.
De macht is ontstaan door middel van geweld.
Er zijn vrije en eerlijke verkiezingen.
Het woord van de machthebber is de wet.
Er is een scheiding van machten.
Je mag in de krant geen slechte dingen schrijven over de overheid.
Politieke gelijkheid voor iedereen.
De vrijheid van burgers wordt beschermd.
Het oprichten van een protestgroep is toegestaan.
Journalisten kunnen niet alles schrijven wat ze willen schrijven.
De macht ligt bij één persoon of partij.
Er is persvrijheid.
De koning en de koninklijke familie hebben alle macht.
Je mag de overheid aanklagen.
De politie kan makkelijk omgekocht worden.

Slide 31 - Sleepvraag

Benoem 2 voorbeelden die veranderen
als Nederland een dictatuur wordt

Slide 32 - Woordweb

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

                   ZE

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link