Les 4, deel 1/3: Het Utregs dialect

Les 4: Het Utregs dialect
DEEL 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatWereldoriëntatieBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 4: Het Utregs dialect
DEEL 1

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.


 
       weet je meer over het Utrechts dialect;

       heb je kennisgemaakt met tien nieuwe
       woorden.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de introductie
op de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialect
Wist je dat er in Nederland naast Nederlands ook heel veel dialecten (zie dia 10 voor de betekenis van dit woord) gesproken worden? Je kunt dan vaak aan iemand horen waar hij of zij vandaan komt.



In de volgende slide kun je invullen wat jij al weet
over dialecten.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in waar jij aan denkt bij dit onderwerp.
dialecten
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

het introductiefilmpje
Vóórdat je in deel 2 van de les de tekst gaat lezen, ga je dit filmpje bekijken.
In het filmpje zie je Loekie. Hij doet onderzoek in Utrecht. Je hoort haast nergens meer plat Uterègs proate. Hoe zit dat?
Klik op de afbeelding om het filmpje te starten.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is volgens het filmpje de verwachtte hoeveelheid geboren en getogen Utrechters in 2030?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 7 - Open vraag

IN 2030 is naar verwachting nog maar 25% (een kwart) van de mensen die in Utrecht wonen ook geboren en getogen in Utrecht. De rest komt dus van buitenaf.

Wat vind jij? Ben je wel een echte Utrechter als je niet plat Utrechts kunt spreken?
Leg je antwoord uit.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

woordenschat
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de benadering
nuchter
de identiteit
ultiem
het dialect
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Woord: nuchter
Betekenis: koel, zakelijk
Voorbeeldzin: De man reageerde niet boos of verdrietig toen hij hoorde dat zijn auto was gestolen. Hij ging heel nachter de politie bellen.
4
Woord: ultiem
Betekenis: het meest duidelijk
Voorbeeldzin: Italië is het ultieme land om lekkere pizza's te eten.
1
Woord: het dialect
Betekenis: de spreektaal
Voorbeeldzin: Zij spreekt met ons Nederlands, maar met haar familie het dialect van haar geboorteplaats.
2
Woord: de identiteit 
Betekenis: het eigen karakter
Voorbeeldzin: De jongen heeft geen eigen identiteit, maar doet altijd na wat anderen doen.
3
Woord: de benadering
Betekenis: de manier waarop je iets doet
Voorbeeldzin: Als je een probleem niet opgelost krijgt, kan je wellicht een andere benadering proberen.
5
Klik op het nummer bij het woord om
de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 10 - Tekstslide

Kernbegrippen uit de tekst:
  • het dialect
  • de identiteit
  • oorspronkelijk

(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

oorspronkelijk
uitwijken naar 
arrogant
het verloop
de verwensing
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Woord: de verwensing
Betekenis: de woorden waarmee je iemand ongeluk toewenst 
Voorbeeldzin: Toen de man probeerde de auto stelen kreeg hij van voorbijgangers allerlei verwensingen naar zijn hoofd geslingerd.
6
Woord: het verloop
Betekenis: het weggaan
Voorbeeldzin: Door het grote verloop van de inwoners  van het dorp werden de groepen op de school steeds kleiner. Op het laatst zaten er nog maar zo'n tien kinderen in elke groep!
7
Woord: oorspronkelijk
Betekenis: eerste
Voorbeeldzin: Hij heeft veel veranderd aan zijn oorspronkelijke ontwerp. Maar gelukkig vond de jury het erg goed!
8
Woord: uitwijken naar
Betekenis: weggaan
Voorbeeldzin: Toen het onverwacht ging stormen, week het vliegtuig uit naar de eerste de beste stad waar het kon landen.
9
Woord: arrogant
Betekenis: als je jezelf heel goed vindt en de ander minder goed
Voorbeeldzin: Ze is arrogant, ze doet alsof ze me niet ziet staan.
10
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
de woordenschat
de introductie
terugblikken en vooruitkijken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelen met de woorden: memory!
Klink links op de Domtoren-kaartjes en lees de betekenis die dan verschijnt. Kijk aan de rechterkant welk woord erbij hoort. Klap het Domtoren-kaartje eerst dicht en sleep het dan naar het bijbehorende woord aan de rechterkant
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
ultiem
het dialect
de identiteit
nuchter
de benadering
de verwensing
het verloop
oorspronkelijk
uitwijken naar
arrogant
weggaan
eerste
het weggaan
als je jezelf heel goed vindt en de ander minder goed
de manier waarop je iets doet
de woorden waamee je iemand ongeluk toewenst
koel, zakelijk
het eigen karakter
het meest duidelijk
de streektaal

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Nee, dit woord ken ik nog niet.
Ja, dit woord ken ik al.
de identiteit
nuchter
het dialect
arrogant
uitwijken naar
de verwensing
het verloop
oorspronkelijk
wijdverbreid
de benadering

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

terugblikken & vooruitkijken
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over dit onderwerp?
het Utrechts dialect
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De tekst die je in deel 2                                      gaat lezen, gaat over het                          typische Utrechtse dialect
en waarom steeds minder
mensen dat spreken.  
In de volgende slide kun                              je invullen wat je daar al over weet.
het onderwerp van de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar weet jij van dit onderwerp?
het verdwijnen van het Utrechts dialect
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
jij al

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je bent nu klaar met deel 1 van deze les.
Veel plezier met deel 2!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies