5V Grieks, 27 mei 2020

5V Grieks, 27 mei 2020
Stijlfiguren!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

5V Grieks, 27 mei 2020
Stijlfiguren!

Slide 1 - Tekstslide

Dag stoel naast de tafel, dag brood op de tafel, dag viseerde-vis met de pijp.
A
alliteratie
B
anafoor
C
chiasme
D
assonantie

Slide 2 - Quizvraag

De vreselijke drempel van de ouderdom.
A
chiasme
B
metafoor
C
enallage
D
metonymia

Slide 3 - Quizvraag

Een antithese is: ...
A
Twee tegengestelde begrippen dicht bij elkaar geplaatst
B
De ontkenning van een begrip waardoor het tegendeel versterkt

Slide 4 - Quizvraag

Een pars pro toto is: ...
A
abstract ipv concreet begrip
B
deel ipv het geheel
C
materiaal ipv voorwerp
D
naam god ipv begrip uit invloedssfeer

Slide 5 - Quizvraag

'Vast en zeker' is een voorbeeld van: ...
A
afgebeelde
B
pleonasme
C
retorische vraag
D
tautologie

Slide 6 - Quizvraag

De weergave van een negatief geladen begrip door een verzachtende aanduiding noemen we:
A
hyperbaton
B
chiasme
C
climax
D
eufemisme

Slide 7 - Quizvraag

Geducht voor mijn vijanden,
voor mijn vrienden welgezind

A
chiasme
B
parallellisme
C
hyperbaton
D
personificatie

Slide 8 - Quizvraag

Wie weet waar Willem Wever woont, Willem Wever woont wijd weg
A
antithese
B
enallage
C
alliteratie
D
climax

Slide 9 - Quizvraag

De blozende jongen was rood als een kreeft.
De kreeft is in deze vergelijking: ...
A
afgebeelde
B
beeld
C
tertium comparationis

Slide 10 - Quizvraag

Een paradox is ...
A
Uiteenplaatsing van een grammaticale eenheid
B
Opeenvolging van tekstelementen zonder verbindingswoord
C
Een schijnbare tegenstrijdigheid

Slide 11 - Quizvraag

'Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan.'

A
paradox
B
personificatie
C
tautologie
D
metafoor

Slide 12 - Quizvraag

Γνωμη is een ander woord voor:
A
vergelijking
B
tautologie
C
sententia
D
retorische vraag

Slide 13 - Quizvraag

Een sententia is ...
A
een algemeen geldende uitspraak
B
een extreem korte uitspraak
C
een heel ingewikkelde uitspraak
D
een lachwekkende uitspraak

Slide 14 - Quizvraag

'Spreken is zilver, zwijgen is goud'
A
personificatie
B
paradox
C
litotes
D
parallellisme

Slide 15 - Quizvraag

Wat is vertellerscommentaar?
A
de alwetende verteller levert commentaar
B
personage levert commentaar op verteller

Slide 16 - Quizvraag