Les 13 november - Atheense democratie

20 november toets bespreken in de les

of

na afloop van de les kunnen lln. de toets inzien en bespreken

Atheense democratie

Geel = stemrecht

Roze = geen stemrecht

Oranje =geen stemrecht

- Hoe is de Atheense democratie ontstaan?

- Hoe zag de Atheense democratie eruit?

- Wie mochten er stemmen in de Atheense democratie?

§4.2 - Burgers en bestuur

Lesdoelen

1) Je  kunt uitleggen wie er meebeslissen in een monarchie, aristocratie, tirannie en democratie.

2) Je kunt de bestuursvormen monarchie, aristocratie en democratie herkennen op basis van de inspraak van de bevolking.

3) Je kunt een verschil benoemen tussen de Atheense democratie en de moderne democratie in Nederland.

Programma

- Samenvatting van het leeswerk

- Opdracht levende grafiek

- Opdracht nabespreken

- Exit-card

Een levende grafiek

Egypte = eenheidsstaat met één bestuursvorm en één machthebber.

Griekenland = verschillende bestuursvormen.

Aristocratie = Bestuursvorm waarbij weinig/enkele mensen de baas zijn op basis van afkomst en rijkdom.

(Áristos - kratein (besten regeert)

Monarchie = Bestuursvorm met een alleenheerser, waarbij een koning de baas is. De macht is erfelijk.

(Monos - archein (alleen heersen)

Tirannie = Bestuursvorm waarbij een tiran de baas is. (Niet op basis van wettelijke basis of erfopvolging )

Democratie = Bestuursvorm waarbij het volk de eigen bestuurders kiest.

(Demos - kratein (volk regeert)

Athene wordt een democratie

          594 v.C.: Atheense aristocratie werd hervormd door Solon. Er kwam een volksvergadering

           In de volksvergadering mochten Atheense mannen met burgerrechten meebeslissen.

Athene wordt een democratie

Ondanks de hervormingen van Solon, kwam vanaf 561v.C. een tiran aan de macht.

Kleisthenes maakte een eind aan de tirannie en voerde nog enkele hervormingen in:

1) Het kiezen van een Raad van Vijfhonderd. Vijfhonderd burgers mochten wetten bedenken die aan de volksvergadering werden voorgelegd. De burgers wisselden elk jaar, zodat iedereen aan de beurt kwam. Ook kregen ze een vergoeding;

2) Het kiezen van leiders van het leger en de oorlogsvloot;

3) Het kiezen van rechters;

4) Het invoeren van het ostracisme.

Een levende grafiek

Een levende grafiek

D

A

F

E

B

H

G

C

I

Exit-card

- Benoem twee dingen die je deze les hebt geleerd

- Benoem één ding die je interessant vond

- Benoem één vraag waar je nog mee zit

Huiswerk:

Maak: §4.2 - opdracht 1 t/m 9

Lees: §4.3