• Wederkerende werkwoorden (me/te/se/nos/os/se), vergeet 'se' niet mee te nemen in je vervoeging.
• Er mag NOOIT iets tussen de perfecto (ha se duchado / se ha duchado)
• Verdiep je in de onregelmatige vormen (decir = dicho)
• Lees voordat je start de vraag goed door. Por ejemplo (bijvoorbeeld):
Schrijf de activiteiten VOLUIT op in het Spaans. Je hoeft ze niet te vervoegen
Door de activiteiten toch te vervoegen worden er onnodige fouten gemaakt.
• Naam + naam = ellos/ellas/ustedes (han)