Les 7: Klimaat in het Middellandse Zeegebied

Toepassing
Het klimaat in het Middellandse Zeegebied
Het klimaat van het Middellandse Zeegebied
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Toepassing
Het klimaat in het Middellandse Zeegebied
Het klimaat van het Middellandse Zeegebied

Slide 1 - Tekstslide

Klimaat = gemiddelde weer over 30 jaar
  • temperatuur
  • neerslag
Middellandse Zeeklimaat

ook wel

Mediterraan klimaat

Slide 2 - Tekstslide

Köppen
Bepaal de Köppencode die hoort bij het Middellandse Zeeklimaat
Stap 1
E?
B?
A?
C?
D?
Stap 2
ET / EF/ EH?
BW / BS?
As/Aw/Af?
Cs/Cw/Cf?
Ds/Dw/Df?

Slide 3 - Tekstslide

Welke Köppencode hoort er bij het Middellandse Zeeklimaat?

Slide 4 - Open vraag

Temperatuurbepalende factoren:
- breedteligging


- hoogteligging


- ligging langs koude/warme zeestroom


- ligging dichtbij / ver weg van zee
hoe verder van de evenaar, hoe kouder
hoe hoger in de bergen, hoe kouder
koude zeestroom maakt de kust iets koeler
warme zeestroom maakt de kust iets warmer
winters dichtbij zee minder koud
zomers dichtbij zee minder warm

Slide 5 - Tekstslide

Welke temperatuurbepalende factor zorgt ervoor dat het in het MZ-gebied warmer is dan in NL?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging aan warme/koude zeestroom
D
ligging ten opzichte van zee

Slide 6 - Quizvraag

Temperatuurskenmerken in MZ-gebied
Warme zomers
- door ligging dichtbij evenaar
- door nauwelijks wolken

Milde (geen heel koude) winters
- door ligging dichtbij evenaar
- door Middellandse Zee die langzaam afkoelt

Slide 7 - Tekstslide

Neerslagbepalende factoren
- luchtdruk

- reliëf

- aanlandige/aflandige wind
Hoog drukgebied = dalende lucht = droog
Laag drukgebied = stijgende lucht = neerslag 
loefzijde = lucht stijgt = neerslag
lijzijde = lucht daalt = droog
aanlandige wind = neerslag boven land
aflandige wind = neerslag boven zee

Slide 8 - Tekstslide

Neerslagkenmerken in MZ-gebied
Grote neerslagvariabliteit maar over het algemeen:

Droge zomers
- door hoog drukgebied (Azoren-hoog)

Vochtige winters
- door laag drukgebied
- Azoren-hoog is naar het zuiden verschoven

Slide 9 - Tekstslide

Grote neerslagvariabiliteit
= de neerslag valt onregelmatig

- in tijd
(wanneer het valt)

- in ruimte
(waar het valt)

Slide 10 - Tekstslide

Mediterrane platengroei
Het klimaat bepaalt in grote lijnen welke planten ergens groeien.

  1. altijd groene loofbomen (lange wortels, diep grondwater)
  2. struiken met leerachtige bladeren (minder verdamping)
  3. maquis (doornachtige struiken)

Slide 11 - Tekstslide

Grote neerslagintensiteit

In NL vaak lang
en rustige regen.

In MZ korter en
heftiger

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is de zomer droog in het MZ-gebied?
A
Azoren-hoog is naar het zuiden geschoven
B
Omdat er een grote neerslagvariabiliteit is.
C
het Azoren-hoog ligt boven het MZ-gebied
D
Omdat er een grote neerslagintensiteit is.

Slide 13 - Quizvraag

Welk begrip wordt beschreven?
'Het ene jaar is het droog terwijl er in het andere jaar juist veel regen valt'
A
neerslagvariabliteit in de ruimte
B
neerslagvariabiliteit in de tijd
C
grote neerslagintensiteit
D
kleine neerslagintensiteit

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet het doornachtige struikgewas in het middellandse zeegebied?
A
altijd groene loofbomen
B
struiken met leerachtige bladeren
C
masquerade
D
maquis

Slide 15 - Quizvraag

Waarom hebben de altijd groene loofbomen in het MZ-gebied lange wortels?

Slide 16 - Open vraag

Geef naast de breedteligging nog een reden waarom de winters in het MZ-gebied heel mild zijn.

Slide 17 - Open vraag