Conditionals

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

RECAP CONDITIONALS 0,1,2

0 conditional gebruik je bij...

1. Feiten, algemene informatie en waarheden
2. Mogelijke en waarschijnlijke situaties
3. Onmogelijke situatiesin het nu en onwaarschijnlijk in de toekomst
4. Situaties vonden niet plaats, zijn hypothetisch

1 conditional gebruik je bij...

1. Feiten, algemene informatie en waarheden
2. Mogelijke en waarschijnlijke situaties
3. Onmogelijke situatiesin het nu en onwaarschijnlijk in de toekomst
4. Situaties vonden niet plaats, zijn hypothetisch

2 conditional gebruik je bij...

1. Feiten, algemene informatie en waarheden
2. Mogelijke en waarschijnlijke situaties
3. Onmogelijke situatiesin het nu en onwaarschijnlijk in de toekomst
4. Situaties vonden niet plaats, zijn hypothetisch

If they go to Washington, they (see) the White House.

If she (have) a hamster, she would call him Fred.

If he gave her a sweet, she (stop) crying.

I can’t give you a lift because I haven’t got a car. (let op II conditional)

If he (arrive) later, he will take a taxi.

We won’t have a holiday because we haven’t got any money.

I don’t know the answer, so I can’t tell you.

There aren’t any eggs, so I won’t make an omelette.

We have three children, so we won’t take a year off and travel the world.

Ik heb nog meer oefening nodig met Conditonals 0, 1, 2

Yes, please!

No, thank you.