In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat doen we vandaag?
Grammatica H. 17
Bespreken 17A, 1 t/m 4
Vertalen 17A.
Slide 1 - Tekstslide
Tijden en zo...
In principe zijn er maar drie tijden:
Heden
Verleden
Toekomst
Slide 2 - Tekstslide
De toekomst
Toekomende tijd: de handeling heeft nog niet plaatsgevonden, maar kan of zal nog plaatsvinden na het moment van de handeling.
Twee vormen:
Futurum
Futurum Exactum
Slide 3 - Tekstslide
Futurum
De handeling is nog niet gebeurd, maar kan of zal plaatsvinden in de toekomst.
Vaak houdt dit een bepaalde voorspelling, dreigement of belofte in.
Bijvoorbeeld:
Jij zal je huiswerk maken.
Slide 4 - Tekstslide
Vorming Futurum
In het Latijn wordt het futurum op twee verschillende manieren gevormd.
Je kunt het futurum herkennen aan de volgende kenletter:
1. bij de a- en e-stammen: een –b– tussen de stam en de uitgang.
2. bij de medeklinker-, i-stammen, en bij de gemengde groep (capio-groep): een –e– (maar een –a– bij de eerste persoon enkelvoud) tussen de stam en de uitgang.
Zie blz. 72
Slide 5 - Tekstslide
Futurum Exactum
De handeling is nog niet gebeurd, maar zal plaats gevonden hebben voor een bepaalde handeling in de toekomst.
Vaak houdt dit een bepaalde voorwaarde in.
Bijvoorbeeld:
Jij zal je huiswerk gemaakt hebben.
Slide 6 - Tekstslide
Vorming Futurum Exactum
Het futurum exactum is een voltooid toekomende tijd.
Vergelijkd dit met het perfectum en plusquamperfectum.
Het futurum exactum actief wordt gevormd door achter de perfectumstam (amav–) de uitgangen –ero, –eris, –erit, –erimus, –eritis, –erint te plaatsen.
Het futurum exactum passief wordt gevormd door het ppp te combineren met het futurum van esse.
Zie blz. 74.
Slide 7 - Tekstslide
“Pater meus,” inquit, “Hamilcar puerulo me, utpote non amplius VIIII annos nato, in Hispaniam imperator proficiscens Carthagine, Iovi optimo maximo hostias immolavit.
Slide 8 - Open vraag
Quae divina res dum conficiebatur, quaesivit a me, vellemne secum in castra proficisci.
Slide 9 - Open vraag
Id cum libenter accepissem atque ab eo petere coepissem, ne dubitaret ducere, tum ille ‘Faciam,’ inquit, ‘si mihi fidem, quam postulo, dederis.’
Slide 10 - Open vraag
Simul me ad aram adduxit, apud quam sacrificare instituerat, eamque ceteris remotis tenentem iurare iussit numquam me in amicitia cum Romanis fore. [...]
Slide 11 - Open vraag
Quare, si quid amice de Romanis cogitabis, non imprudenter feceris, si me celaveris;
Slide 12 - Open vraag
cum quidem bellum parabis, te ipsum frustraberis, si non me in eo principem posueris”
Slide 13 - Open vraag
Aan het werk.
Vertaal 17A.
Dit is ook huiswerk.
Daarnaast: leer de woordjes van 16A en B en de woordjes en grammatica van 17A.