Criminaliteit_H9_Oefentoets_M4

H9 Criminaliteit M4
Een simpele oefentoets criminaliteit . 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H9 Criminaliteit M4
Een simpele oefentoets criminaliteit . 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noem je het als iemand geen rekening houdt met anderen?

Slide 2 - Open vraag

Wanneer is er sprake van Criminaliteit?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een overtreding? Geef een voorbeeld

Slide 4 - Open vraag

Leg uit wat een misdrijf is en geef een voorbeeld.

Slide 5 - Open vraag

Leg uit waarom een misdrijf tijd en plaats gebonden is

Slide 6 - Open vraag

Noem 3 risicofactoren die crimineel gedrag vergroten

Slide 7 - Open vraag

Benoem 3 maatschappelijke omstandigheden tot crimineel gedrag kunnen leiden

Slide 8 - Open vraag

Wat is preventief fouilleren?

Slide 9 - Open vraag

Wie is de baas van de politie in jouw woonplaats?

Slide 10 - Open vraag

Noem drie dingen die de politie mag doen wanneer je verdacht wordt van iets strafbaars.

Slide 11 - Open vraag

Wat is een procesverbaal?

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent "Halt"?

Slide 13 - Open vraag

Wat is Halt

Slide 14 - Open vraag

Welke gebeurt er bij Halt?

Slide 15 - Open vraag

Wat is een Officier van Justitie?

Slide 16 - Open vraag

Namens wie besluit de Officier van Justitie een verdachte te vervolgen of niet?

Slide 17 - Open vraag

Welke 3 beslissingen kan de Officier van Justitie nemen?

Slide 18 - Open vraag

Wat is seponeren?
De officier van Justitie (OVJ):
A
Gaat de verdachte vervolgen
B
Geeft boete of taakstraf
C
Besluit een verdachte niet te vervolgen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is Schikken?
De officier van Justitie (OVJ):
A
Gaat de verdachte vervolgen
B
Geeft boete of taakstraf
C
Besluit een verdachte niet te vervolgen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is Vervolgen?
De officier van Justitie (OVJ):
A
Gaat de verdachte voor de rechter brengen.
B
Geeft boete of taakstraf
C
Besluit een verdachte niet te vervolgen

Slide 21 - Quizvraag

In de volgende dia's verschijnen de belangrijkste mensen die aanwezig zijn in de rechtszaal. 
Beschrijf hun taak:

Slide 22 - Tekstslide

Verdachte
A
Beslist of de verdachte schuldig of onschuldig is
B
Degene die namens het Openbaar Ministerie de verdachte voor de rechter brengt
C
D
Degene die voor de rechter wordt gebracht

Slide 23 - Quizvraag

Rechter
A
Beslist of de verdachte schuldig of onschuldig is
B
Degene die namens het Openbaar Ministerie de verdachte voor de rechter brengt
C
D
Degene die voor de rechter wordt gebracht

Slide 24 - Quizvraag

Offficier van Justitie
A
Beslist of de verdachte schuldig of onschuldig is
B
Degene die namens het Openbaar Ministerie de verdachte voor de rechter brengt
C
D
Degene die voor de rechter wordt gebracht

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het vonnis en wie spreekt het uit?

Slide 26 - Open vraag

Wat betekent "Ontoerekeningsvatbaar"?

Slide 27 - Open vraag

Wat betekenen de letters TBS?

Slide 28 - Open vraag

Wat houdt een TBS straf in?

Slide 29 - Open vraag

Welke 3 vragen moet de rechter met "Ja" beantwoorden om te bepalen of iemand schuldig is?

Slide 30 - Open vraag

Is een levenslange straf in Nederland echt levenslang?

Slide 31 - Open vraag

Oefen op de volgende slide de functies van de personen in de rechtszaal. Klik daarna op het vraagteken om te controleren of jouw antwoord goed  is.
LET OP: Benoem de naam en omschrijf zijn/haar functie

Slide 32 - Tekstslide

Rechter(s)
Doen uitspraak. Schulig of niet schldig
Griffier
Maakt verslag van de rechtszaak
Officier van Justitie.
Daagt de verdachte voor de rechtbank en geeft an waar de verdachte van wordt verdacht en vraag een straf.
Advocaat van de verdachte.
verdedigt de verdachte
Verdachte
Parketpolitie.
Zorgt dat er niets raars gebeurt en begeleid de verdachte
Bode.
Bewaakt de voortgang in de rechtszaak
De Pers
oet verslag van de rechtszaak voor krant en internet
Getuige
Kan worden gehoord wat hij weet van de zaak
Publiek.
Mag niets zeggen, alleen toekijken.

Slide 33 - Tekstslide

Nog een keer als extra oefening: 
maak de volgende sleepvraag.  

Slide 34 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Griffier
publiek
advocaat
rechter
bode
verdachte
slachtoffer
officier van justitie
pers
parket politie

Slide 35 - Sleepvraag

Einde van de oefentoets. 

Succes tijdens de toets

Slide 36 - Tekstslide