TTO-2_Capítulo 1_Clase 1

Hoy: ¿Qué vamos a hacer?
- Corregir los deberes (ejercicios 4 y 5)
- Quizlet: un juego
- Fuente B: ejercicios 6 y 7 (escuchar)
- Gramática: El presente perfecto
Hacer: ejercicios 13bcd, 14, 15
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoy: ¿Qué vamos a hacer?
- Corregir los deberes (ejercicios 4 y 5)
- Quizlet: un juego
- Fuente B: ejercicios 6 y 7 (escuchar)
- Gramática: El presente perfecto
Hacer: ejercicios 13bcd, 14, 15

Slide 1 - Tekstslide

Corregir los deberes
ejercicios 4 + 5
(Libro de Ejercicios en la página 7)

Slide 2 - Tekstslide

Ejercicio 5c (página 7)

1. Hoe was de vakantie?
2. Ik heb gekampeerd met mijn familie.
3. Heb je het leuk gehad?
4. Het was heel leuk.
5. En wat heb jij deze zomer gedaan?


1. ¿Qué tal las vacaciones?
2. He ido de camping con mi familia.
3. ¿Lo has pasado bien?
4. Lo he pasado fenomenal.
5. Y tú, ¿qué has hecho este verano?

Slide 3 - Tekstslide

Quizlet: un juego
- Hagan 2 grupos
- La profesora hace preguntas sobre Quizlet 1.1
- El primer grupo que está sentado pierde el juego

Slide 4 - Tekstslide

timer
1:00
Un minuto para estudiar la fuente B

Slide 5 - Tekstslide

Waar speelt dit fragment zich af?
A
op school
B
in het huis van Raúl
C
in het winkelcentrum
D
op school en op vakantie

Slide 6 - Quizvraag

Plaatje 1:
Waar houdt Raúl niet van?
A
school
B
wiskunde
C
scheikunde
D
biologie

Slide 7 - Quizvraag

Plaatje 2:
Bij wie gaan Raúl en Pilar zitten?
A
bij Lucía en Juan
B
bij Javier en María
C
bij Javier en Lucía
D
bij José en Sofía

Slide 8 - Quizvraag

Plaatje 3:
Waarnaar kijken Jean en Pilar op de foto?
A
de zonsopkomst
B
de zonsondergang
C
naar elkaar
D
de wolken

Slide 9 - Quizvraag

¿Y ahora?
(Libro de Ejercicios en la página 9)

HACER:
ejercicio 6b

ejercicio 7a
ejercicio 7b
ejercicio 7c
¿Has terminado?
- Hacer: ej. 12 (página 15)
- Estudiar: Quizlet - 1.1

ESCUCHAR:
fragmento 3

fragmento 4
fragmento 5
fragmento 6
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

¿Cómo se dice 'Ik heb gepraat'?

Slide 12 - Open vraag

¿Cómo se dice 'Wij hebben geslapen'?

Slide 13 - Open vraag

¡¡¡CUIDADO!!!
1. In het Nederlands gebruik je het hulpwerkwoord zijn of hebben. In het Spaans gebruik je altijd een vorm van het hulpwerkwoord haber.


2. Sommige werkwoorden hebben een onregelmatig voltooid deelwoord.

Slide 14 - Tekstslide

¿Cómo se dice 'Jij hebt geschreven.'

Slide 15 - Open vraag

¿Y ahora?
(Libro de Ejercicios en la página 15)

HACER:
ejercicio 13bcd
ejercicios 14, 15

¿Has terminado?
- Estudiar: Quizlet - 1.1/1.2
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide