6.3.3 Tachtig jaar oorlog
1 / 36
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat was de beeldenstorm?
A
Protestanten die vernielingen aanrichten in katholieke kerken
B
Een storm waarbij veel beelden werden vernietigd
C
Katholieken die vernielingen aanrichten in protestantse kerken
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurde er na de Beeldenstorm?
A
Filips stuurde een leger naar de Nederlanden.
B
De Republiek werd opgericht.
C
Willem van Oranje werd koning
D
De VOC begon met een tocht naar Indië.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat was de reden van de beeldenstorm?
A
Het opsporen en straffen van ketters
B
Het opsporen en straffen van mensen die tegen Filips waren
C
Katholieken waren boos op de protestanten
D
Protestanten vonden de manier van geloven van katholieken niet oke.
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In welke stad wonnen de watergeuzen voor het eerst van de Spanjaarden?
A
Leiden
B
Den Briel
C
Vlaardingen
D
Nijmegen
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Over wie gaat het volgende fragment:
Wilhelmus
A
Filips II, koning van Spanje
B
Willem van Oranje-Nassau
C
Koning Willem-Alexander
D
Koningin Beatrix
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Over wie gaat het ons volkslied het Wilhelmus
A
Filips II, koning van Spanje
B
Willem van Oranje-Nassau
C
Koning Willem-Alexander
D
Koningin Beatrix
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als eerbetoon aan Willem van Oranje wordt na zijn dood het Wilhelmus geschreven. Hoeveel coupletten heeft het Wilhelmus?
A
2
B
10
C
15
D
20
Slide 11 - Quizvraag
Het Nederlandse volkslied, ofwel het Wilhelmus heeft 15 coupletten. De meeste mensen kennen er maar 1 of 2. Het eerste couplet wordt bijvoorbeeld gezongen voorafgaand aan wedstrijden van het Nederlands voetbalelftal.
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe werd Nederland genoemd in de periode 1500-1600?
A
Nederland
B
Republiek der Nederlanden
C
De 17 Nederlanden
D
De Republiek der 7 Verenigde Nederlanden
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een regent?
A
Mede-eigenaar van een bedrijf
B
Een rijke burger die in het bestuur van een land zit
C
Een grote stalen kist met vaste afmetingen
D
Iemand die werkt voor een bedrijf
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat wil Willem van Oranje?
A
een onafhankelijk Nederland en vrijheid van godsdienst
B
hij wil boer worden en een koe kopen
C
hij wil werken voor de koning van Spanje
D
hij wil koning worden van Nederland.
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Karel V was een
A
Katholiek
B
Protestant
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie was Karel V?
A
Een koning van een heel groot rijk
B
Een geleerde die zich bezig hield met wetenschap
C
Een belangrijke priester
D
Een ridder die vocht voor Nederland
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een stadhouder...
A
Werd benoemde door een stad
B
Werd benoemd door een gewest
C
Werd benoemd door Willem van Oranje
D
Werd benoemd door Karel V en later Filips II
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie waren de 'watergeuzen'?
A
armoedzaaiers en schooiers
B
een bijnaam van iemand die in de 80 jarige oorlog tegen de Spanjaarden vecht via water
C
de grootste mensen in de 80 jarige oorlog
D
mensen die vanaf schepen vechten
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie wordt er 'aan de kant gezet' in het plakkaat van Verlatinghe?
A
Fillips II
B
Karel V
C
Willem van Oranje
D
Prins Maurits
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Een ketter is:
A
Iemand die in iets anders gelooft dan het katholieke geloof
B
Een Duitse wetenschapper die kritiek had op de kerk
C
Iets doen wat god niet goed vindt. Je zou hierdoor in de hel kunnen komen.
D
Rijke burger tijdens de Republiek
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat staat er op het
Plakkaat van Verlatinghe?
Plakkaat van Verlatinghe?
A
Dat Filips II niet meer wilde
regeren over de Nederlanden.
B
Dat er nu vrede was
tussen Nederland en Spanje.
C
De zuidelijke gewesten
accepteren Filips II
niet meer als koning.
D
De noordelijke gewesten accepteren Filips II
niet meer als koning.
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Na de Beeldenstorm...
A
Vluchtte Willem van Oranje naar Duitsland
B
Stuurde Filips II de hertog van Alva
C
Werden opstandige edelen vermoord
D
Begon de Nederlandse opstand
Slide 28 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Willem van Oranje was
A
koning der Nederlanden
B
stadhouder van Holland Zeeland en Utrecht
C
de zoon van Karel V
D
vermoord door Filips II
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie was Maurits?
A
Zoon van Willem van Oranje
B
Opvolger van Willem van Oranje
C
Stadhouder
D
legeraanvoerder van de Republiek der 7 verenigde Nederlanden
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar maakte de vrede van Munster een eind aan?
A
Aan de Opstand tegen Munster
B
Aan de 80 jarige oorlog
C
Aan de oorlog met Engeland
D
Aan het conflict met de paus
Slide 31 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Regenten
A
Bestuurders van de Republiek
B
De provincies in de Republiek
C
De koning van de Republiek
Slide 32 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie werden uitgemaakt voor ketter?
A
Columbus
B
Maarten Luther
C
Johannes Calvijn
D
de Paus
Slide 33 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De vrede van Munster betekende het .... van de Opstand.
A
Begin
B
Einde
Slide 34 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat was de beeldenstorm?
A
Een grote storm in een
katholieke kerk waarbij
alle beelden vernietigd werden.
B
Vernielingen in katholieke kerken door opstandige katholieken.
C
Vernielingen van alle beelden
aan het Spaanse hof
door opstandelingen.
D
Vernielingen in katholieke kerken door Nederlandse protestanten.
Slide 35 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vragen?
Slide 36 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
